a
59
Vooral in het kader van de sanering is het wel eens nodig de normen voor
huur en inkomen niet al te stringent toe te passen ter voorkoming van bij
voorbeeld onteigeningen. Dit geldt ook voor de doorstroming. Een voorbeeld:
Iemand wil van een woning met een huur van 100,— naar een huis met een
huur van 170, terwijl het salaris toereikend is voor een huis van
250, Als men daarop niet ingaat, blijft het gezin wonen waar het woont.
Met rechtsmaatregelen is misschien iets te bereiken, doch tijd en geld spelen
een rol, terwijl men, als men er wel op ingaat, direct een goedkope woning
vrij krijgt. Deze gevallen komen echter uitdrukkelijk incidenteel voor.
Verder spreekt de heer Huijssoon over de bevordering van het eigen
woningbezit. Hij vindt de huidige gang van zaken niet goed, voor wat de ver
koop van woningwetwoningen betreft aan personen met een bepaald inkomen.
Toch vinden burgemeester en wethouders en het bestuur van de Stichting
Woningbouw dit een goede zaak. Verkoopt men de woningen niet, dan blijven de
bewoners toch vaak rustig wonen. Het door de overheid geinvesteerde kapitaal
blijft dan toch met een laag rendement geblokkeerd. Bij verkoop komt weer
geld vrij ter beschikking voor nieuwbouw.
Overigens handelen burgemeester en wethouders geheel conform de rijks
richtlijnen, wat de verkoop betreft.
Het bezwaar van hoge huren, waar de heer Huijssoon op wijst, wordt
volledig gedeeld. Burgemeester en wethouders streven er naar de huren zo
laag mogelijk te houden. Zulks kan bijvoorbeeld bereikt worden door kleinere
woningen te bouwen.
Vervolgens heeft de heer Huijssoon kritische geluiden geuit ten aanzien
van de samenstelling van het bestuur van de Woningbouwstichting, alsmede ten
aanzien van het toewijzingsbeleid van het bestuur. Burgemeester en wethouders
moeten opvattingen, alsof bij het toewijzingsbeleid politiek wordt toegepast,
ernstig tegenspreken. Wat de samenstelling van het bestuur betreft hebben
burgemeester en wethouders, en wellicht ook de heer den Biggelaar, er geen enkel
bezwaar tegen, dat meer raadsleden betrokken worden bij hot bestuur of bij
het toewijzingsbeleid. Mochten er raadsleden zijn, die interesse hebben, ze
zijn van harte welkom. In dat geval zijn burgemeester en wethouders bereid
op dit punt contact op te nemen met de Stichting.