46
Wat de groei van de gemeente betreft, ernstige bezorgdheid sprak U daarover
uit bij monde van Mevr. Krijnen-Boot en de heren van Engelen en Vissers: de
bevolkingsgroei is afgenomen, de prognoses*s zijn achterhaald.
Ik zou daarop willen stellen: het College blijft zich baseren op het Streekplan.
Dat moet natuurlijk ook.Wij kunnen bezwaarlijk deze basis verlaten en zelf een
nieuwe planning gaan maken.
Er komt een herziening van het Streekplan. Of dit voor Zevenbergen veel of iets
gaat betekenen, is lang niet zeker. Voorlopig stellen het gemeentebestuur en ook
het provinciaal bestuur zich op naar de cijfers én richtlijnen van het Streek
plan.
Nogmaals: Zevenbergen heeft veel mee: ligging, verbindingen, wij hoeven het be
paald niet alleen te hebben van geboorte-overschotten.
Het College is uiteraard diligent, waar het de bouw van woningen betreft; met nqme
zullen wij trachten noemenswaardige leegstand van woningen te voorkomen.
Een andere opmerking vooraf: de sporthal is een gemeenschappelijk bezit. Ik
heb gezegd: de bevolking zou er wel eens met een aktie warm voor kunnen lopen.
Ik kan U, Mevrouw, Mijne Heren, zeggen dat enkele inwoners van onze gemeente mij
hebben benaderd met plannen en voorstellen voor zo'n aktie.
Het waren optimisten! Of hun ideëen tot uitvoering kunnen komen, zullen wij nog
moeten zien. Wij zullen van gemeentewege alle medewerking verlenen.
Hun enthousiasme en saamhorigheidsgevoel met de toekomst van onze gemeente heb ik
ervaren als hart-verwarmend!
Enkele sprekers hebben hun hart geluöht over de samenwerking in de Regio.
Mevrouw Krijrien spreekt over een praatcollege, de heer Beljaars spreekt over opge
legde gewestvorming, de heer Huijssoöh wenst geen zwaardere regeling en de heer
Schipper wil in groter verband éen aantal zaken beter organiseren met lagere
kosten. Als dat in 1974 niet lukt, dan stoppen, zo heeft het lid Schipper gezegd.
Wij moeten daarbij wel bedenken, dat de huidige gemeenschappelijke regeling ook
geen verdere ruimte biedt dan te trachten op vrijwillige basis tollen®aan?tlinêen'
nieuwe samenwerkingsvormen op het gebied van gezondheidszorg, embulance-vervoer,
brandweer, onderwijs, enz. te komen. De Regio mist iedere bevoegdheid.
Aan de bereidheid om gezamenlijk écht iets tot stand te brengen, ontbreekt in
het West-Brabantse, maar ook vrijwel overal elders, nog veel.