43
Plan Noord en Torenveld zijn hier een sprekend voorbeeld van, nochthans Mijnheer
de Voorzitter, vind ik zulks voor een zichzelf respecterende raad een onjuiste
gang van zaken.
In dit verband verwijs ik naar de circulaire van Gedeputeerde Staten van Utrecht
dd. 22 augustus 1973, aan de Gemeentebesturen in die provincie betreffende toe
passing art. 19 Ruimtelijke Ordening en art. 50 lid 8 Woningwet.
U zult begrijpen dat ik het toejuich dat Uw college het voornemen heeft een com
missie van de Ruimtelijke Ordening in te stellen.
Uit een oogpunt van openheid zou ik het op hoge prijs stellen indien dit een com
missie is volgens art. 61 van de gemeentewet, waarvan de vergaderingen openbaar
geschieden
In een tijd van de roep om inspraak blijkt dit geen luxe, waarbij tevens de ge
loof swaardigheid van het bestuur verbeterd zou kunnen worden.
Wat ook verbeterd zou kunnen worden, zijn de woningen in de Lagewipstraat door
middel van renovatie en daarmee feitelijk de 2e fase van het saneringsplan niet
door te laten gaan vermits renovering past in het nieuwe denken over binnenstads
vernieuwing.
In Uw aanbiedingsbrief had ik gaarne hiervan iets vernomen.
Mag ik tenslotte Burgemeester en Wethouders en het gehele ambtenarenkorps danken
voor het vele werk dat zij voor onze Gemeente hebben verricht.
De Voorzitter dankt het lid Visser.
Het lid van Engelen verzoekt in verband met de orde van de vergadering van
volgende week een opmerking te mogen plaatsen.
Hem is opgevallen, dat nagenoeg alle stukken van vanavond getikt aan het college
overhandigd zijn. Is het mogelijk om -voordat de officiële notulen zijn gemaakt-
van die stukken fotocopieën te maken, zodat ieder raadslid van iedere spreker
dat stuk heeft.
De Voorzitter zegt dit toe.
Het lid Schipper vraagt of de antwoorden van het college op de algemene be
schouwingen schriftelijk aan de leden vd<5r de vergadering toegezonden kunnen
worden, zodat men zich kan prepareren op eventueel te geven reacties op die ant
woorden.
De Voorzitter antwoordt, dat het college zich daarover zal beraden en dan
nog onder het voorbehoud, dat men tijdig genoeg klaar is.
De Voorzitter sluit de vergadering met het bij reglement van orde voor de ver
gaderingen van de Raad voorgeschreven gebed.
9. Rondvraag.
10. Sluiting.
van 12 maart 1974
de Secretaris,
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 12 maart 1974
de Voorzitter,
o:E;t:vN;c:
40/63-74-(25+2hn)
iJ.A.A.van der Smissen)