lU X'ta..'
„tssa-.':- ■•hi.-.:.'.in u-v«oo
*hOX^2. h>'-: XI tui'
."shlrc-r-f.
iiij. 'vu'. y.A.
rfdc
rTOi"
f
••o" U
iv-: rr."-.-
13i'
.'..P' yc-Of
iv. :afei aJ..:
vu o.. ■..'.'■•v. if-if
iu.j'f :.=.l rk-
•.HO.
iU^X'vdiV. v:S
ab-.vlo
•A. )Vi
38
Inspraak vraagt inzicht, en studie en nadenken zijn dus vereist. Met veel lawaai
wordt wel betoogd, dat pressiegroepen tot de democratie behoren, maar dan moet wel
rekening gehouden worden met het algemeen belang. En daarvan is in de praktijk niet
veel te merken. Medezeggenschap mag niet leiden tot zeggenschap.
Uit de beleidsnota's kan ik slechts één conclusie trekken: naast een toeneming van
het inwonertal is het nodig, dat het rijk de uitkeringsnormen aanpast wil de ge
meente niet in de tang blijven zitten van steeds maar weer hogere belastingen of
onder curatelestelling.
Bij teruggang in de conjunctuur zal ook de gemeente matiging moeten betrachten,
temeer omdat bij vele belastingen een sociaal tarief met ingebouwde progressie
ver te zoeken is.
Zo vind ik de hondenbelasting nog steeds een onrechtvaardige belasting. Nu kan men
deze belasting wel willen heffen om het aantal honden te beperken, maar dat zou
beter kunnen gebeuren met verbodsbepalingen. Gelukkig ben ik met de toezegging van
het college, dat het wil nagaan of meer met ontheffingen kan worden gewerkt.
Het prioriteitenschema roept bij mij vragen op. Als ik zie, dat een verbetering van
de accommodatie in Langeweg op de achtste plaats staat, dan bekruipt mij het gevoel,
dat het college er van uitgaat, dat alleen degenen, die pressie uitoefenen hulp
nodig hebben en dat degenen, die al jaranlang achterblijven, nog maar een tijdje
moeten wachten. Zij zijn immers te bescheiden om zoveel herrie te maken.
Ik denk dan ook aan de buitenwijken, waar de verlichting van de straten nog veel te
wensen overlaat. Zou men in de kernen niet een toontje lager zingen, als men het
wonen in die omstandigheden eens goed vergelijkt?
Als men dan weet dat Langeweg één bruikbare vergadergelegenheid heeft in een school,
die 80 jaar oud is, dan moet toch worden toegegeven,dat er iets mis is.
Nu kan men wel zeggen, dat Langeweg toch zo'n prachtige "blokhut" heeft gekregen,
maar dan vergeet men, dat het gebruik van deze accommodatie door de jeugd niet kan
samengaan met een rustige vergadering.
Het voormalige jeugdhuis is door de jeugd totaal onbruikbaar gemaakt als vergader
gelegenheid.
Tenslotte: wil het college overwegen of tot subsidiëring van de vrouwenbonden zou
kunnen worden overgegaan. De emancipatie van de vrouw eist, dat hieraan meer aan
dacht wordt besteed. De jeugd mag voorrang hebben, het is goed hieraan geld te be
steden, maar het is niet juist andere groepen te vergeten. De jeugd heeft vaak
meer geld te besteden dan de vrouwen, vooral die van het Nederlands Katholiek
Vakverbond.
Ik dank U".
De Voorzitter dankt het lid Beljaars.
Het lid Mevr. Krijnen-Boot spreekt als volgt:
"Duidelijk is bij deze begroting 1974 naar voren gekomen, Mijnheer de Voorzitter,
dat niet alleen nu maar ook in de toekomst het moeilijk zal blijven om de begroting
sluitend te maken. Uw bescheiden pogingen om de bestaande uitgaven te verlagen en
de bestaande inkomsten te verhogen zullen waarschijnlijk wel voor enige verlichting
kunnen zorgen. Maar of dit voldoende zal zijn?
Wij wachten met spanning op het resultaat van de onderzoekingen, die U in deze ver
richt
Ook de mogelijkheden van een betere arbeidsverdeling zouden moeten worden onder
zocht.