««fc ,v.vrf w%t 'I1.1 fe'; r-^- *f? i J:{^T'v~'r' :- ^^trvg.a.H ,.TOn;x'! ;---a.U ÜWV'M. - "'■'-> ■'.•TBqmoT.'P-"-•• .leqqid'oS. b.'d .w'-ooi'.-iis.it-.aï.r. el\>is BK9»9>? oSsis.v i sb Jjfey©-ï9.-:8..- Ir*,'.tJ*"i'ifv' ci/isd o-xoa39èaeempj. L^astt-se/h-- .•a.fiAO.'fO it-yr aaeiitjJfssr. cd '.''34 «err. x i ji -.0»; ae-Aq.i:'»5«fj3 •■•dj- bp■-Ti.y -roAa-Tfr:«a hs. .■•pyurv «•>aa.r, i £s iL ,'C 'y -"i-H/ oh 3 '- jirrq 3'.. fur L;f.s»; ?r" r.U'.i. i '.I eel oaix". Op staatkundig terrein bevinden wij ons duidelijk in een crisis, een periode van twijfel aan onze democratie. Er is critiek op de werking van onze democratie. Het lijkt langzamerhand onvoldoende dat wij eenmaal in de vier jaar naar de stembus gaan. Wij kiezen afgevaardigden in de gemeenteraad, de provinciale staten, de Kamer en onmiddellijk na de verkiezingen vertrouwen wij de gekozenen niet meer en nemen het gegeven vertrouwen weer terug. Wij vinden de gekozenen ondeskundig, zij onderhouden te weinig contact met hun achterban en wij gaan ons distanciëren van de bestuurlijke zaak. Er is een vervreemding tussen bestuurders en bestuurden. Mevrouw, Mijne Heren, Die vervreemding moeten wij te lijf, die mag niet blijvend zijn. Het is mijn vaste overtuiging dat wij als gemeentebestuur althans al datgene moeten doen wat kan bijdragen om de afstand tot de bestuurden te overbruggen. Dan komen wij tot informatie aan en tot inspraak van de be volking en van belanghebbende groepen daaruit op de terreinen van het sociaal-economische, maatschappelijke en culturele leven. Wij zijn gaarne bereid wat duidelijker dan voorheen (ik denk aan voorlichtingsavonden en hearing) deze weg in te slaan. De discussie-nota van hedenavond biedt voor het terrein van de ruimte lijke ordening mogelijkheden tot een opmerkelijke aanzet. Met spanning zie ik Uw reacties op deze nota tegemoet. Ten overvloede over de inspraak nog een tweetal opmerkingen: 1. inspraak vraagt inzicht. Dit houdt in dat wij bereid moeten zijn kennis te nemen van de materie, bereid moeten zijn -zo nodig- te studeren, overleg te plegen enz. Wij moeten bereid zijn tot denken, maar U weet het: "Denken is zb buitengewoon vermoeiend, dat velen de voorkeur geven aan oordelen". Inspraak moet geleerd worden, wij moeten er ook de juiste vormen nog voor vinden. Wellicht kunnen wij die het beste gezamenlijk zoeken. Wij zouden dit samen-zoeken naar de juiste vormen vanavond kunnen aanvangen. 2. Een tweede opmerking: de laatste verantwoordelijkheid blijft bij de overheid berusten en met deze stelregel van onze democratie mogen wij niet gaan marchanderen. Mede-zeggenschap mag geen zeggenschap worden! De inspraak, welke wij bedoelen, geeft gelegenheid tot meedenken, mee- overleggen, mee-stof-aandragen om de verantwoordelijke organen tot de juiste, althans beste beslissingen te brengen. Tenslotte dit: inspraak is goed, is nodig, maar er moet uiteindelijk wel beslist worden, met andere woorden, wij zullen eindeloze vertraging in ons werken en handelen moeten trachten te voorkomen. Een geordende inspraak geeft rechten aan de bevolking, aan belanghebben de groepen, een recht om mee te spreken. Ik moest hieraan denken toen ik piekerde over onze sporthal. Wanneer wij nu een prachtige subsidie krijgen van om en nabij de 1,7 miljoen gulden, dan is die subsidie niet prachtig genoeg om de sporthal dan maar direct te bouwen. Er blijft een gat van meer dan 1 miljoen te stoppen. Nu leven wij weliswaar in de tijd van "gaten" (Wim Kan had het op Oude jaar nog over een gat van 4 miljard) en ook in de eigen gemeente is een financieel gat geen onbekend verschijnsel, maar je vraagt je toch af of hier niet een gemeentelijk onderwerp aan de orde is, waarvoor de gehele bevolking eens warm zou kunnen lopen. Tegenover medezeggen nu ook eens meedoen!

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1974 | | pagina 2