3: „i -'si O Mü'-'C SO rad itiweocn>. ei v.i-. i- .Ungioov rJ: a.t\b t-:» ti'-j.i# 5;..o i; uiJOr 1 -.'.ia 0\ 0 Ci. i'l- i - A i. i- vtüa vcqc aar-.'uv. ■,'XV- 'i|Dè; '"K!v" I I VUS" - - JO- t.-j.OO I v.i -c.cc.'i'i yysK 'f.v-:i r,. CBC ..tf' cï' OfCOftfj.' c --iV; ,o'üi J0-.' 29 Om Zevenbergen niet in de kou te laten staan, heeft men bij de provincie maar af gezien van deze harde lijn. Niettemin heeft men bij de provincie de overtuiging, dat de keuze van Burgemeester en Wethouders de gemeenschap enkele tonnen heeft gekost. Als TJ, Mijnheer de Voorzitter, dan pleit voor een aktie onder de bevolking om geld bijeen te brengen voor de sporthal, zou ik geneigd zijn die oproep van harte te steunen. Maar zelfs als zo'n actie zeer goed slaagt, dan nog wordt maximaal een ton bij elkaar gebracht. Maar U begrijpt toch wel, dat na de informatie van de zijde van de provincie ik er feestelijk voor pas een aktie onder de bevolking te steunen die nog niet eens de door Burgemeester en Wethouders gemaakte fouten kan compenseren. In dit kader dacht ik, dat het verstandig zou zijn als het college zou willen overwegen of niet ter zake van die sporthal -zonder overigens het project qua realisering in gevaar te brengen- een en ander wat goedkoper zou kunnen worden gerealiseerd. Ik dank U welj" De Voorzitter dankt het lid van Engelen. Het lid Huijssoon zegt namens de Prot.Christelijke Fractie het volgende. Mijnheer de Voorzitter, Tijdens de laatste begrotingsbehandeling gehouden algemene beschouwingen hebben wij ons afgevraagd, wat de zin nog is van lokaal besturen. Deze vertwijfeling maakte zich van ons meester aangezien wij steeds meer met tegenzin kunnen waarnemen, dat het te voeren beleid van een gemeentebestuur steeds meer wordt verlegd naar in stanties, waar de lokale bestuurder c.q. dus het raadslid, nauwelijks of geer. in vloed meer kan doen laten gelden. Thans zijn wij een jaar verder en dan geloven wij, dat er in wezen niet veel ver anderd is. Toch zijn wij blij met het feit dat ook in onze gemeente het onderwerp inspraak zo actueel is. Ook de lokale bestuurder zal zich moeten realiseren, dat een gekanaliseerde inspraak aanvaardbaar kan zijn. Inspraak kan voor onze lokale bestuurders steeds meer welkom zijn met betrekking tot het nemen van besluiten, indien wij ons bewust zijn dat wij als raadsleden fungeren als volksvertegenwoordi ger. Want het steeds groter wordend aantal taken, waarvoor wij ons als raad gesteld zien, zal die besluitvorming niet vergemakkelijken. Wij worden overstroomd met problemen van allerlei aard. Wij willen hierbij noemen het steeds meer aan de orde komende punt betreffende de ruimtelijke ordening. Ook in onze gemeente worden we geconfronteerd met een aantal bestemmingsplannen, welke binnen afzienbare periodes gerealiseerd zullen kunnen worden. Wij moeten toch ook hier weer stellen dat het bij ons overkomt, dat we met de rug tegen de muur staan, wanneer deze plannen aan onze gemeenteraad worden gepresen teerd. Al twijfelen wij geenszins aan de capaciteiten van onze eigen diensten, alsmede ook van stedebouwkundige bureaux, wij menen wel dat deze lichamen -misschien onbewust— teveel de vrije hand worden gelaten. Een voorbeeld hiervan noemen wij de thans bijna volgebouwde wijk Torenveld. Hadden hier met wat meer inspraak van terzake kundigen de groenvoorzieningen en speelplaatsen niet meer in aantal geweest? Wij dachten van wel maar nu zien wij dat de laatste stukjes groen in deze wijk worden volgebouwd. En wij weten het wel, deze groenstroken kosten geld en bij verkoop brengen deze goed geld op. Maar wij zullen ons moeten realiseren, dat het woon- en leefklimaat voor onze nieuwe inwoners juist door deze voorzieningen aantrekkelijk wordt gemaakt.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1974 | | pagina 29