283 Men zou dan continu kunnan blijven doorbouwen, doch een groot gedeelte van de kosten zou dan kunnen gaan drukken op de begroting 1975. Ten aanzien van het muziekonderwijs zegt hij, dat de raadsleden duidelijk overeen zijn gekomen, dat men in deze periode niet meer zou praten over een muziekschool (komt niet voor op de prioriteitenlijst). Hij gaat dan ook graag mee met het voorstel van het lid Schipper om een dependance te foraieren IMaar aanleiding van de zinspeling van de voorzitter met betrekking tot de aangekondigde "dood" van de Onafhankelijke Partij wil het lid van Engelen enige duidelijkheid brengen. Als de Onafhankelijke Partij omwille van de politieke duidelijkheid van het lokale politieke toneel zal verdwijnen, dan betekent dat nog geenszins, dat ook óf Krijnen óf van Engelen daarmede automatisch verdwij nen. Onze fractie, aldus spreker, blijft ten aanzien van het financiële beleid van de gemeente haar zorg handhaven, ook na het door het college gegeven antwoord. De problematiek van een aantal zaken is wel aangestipt geworden, doch is nergens in de kern geraakt. Ton aanzien van de middellange termijnplanning is hij de mening toegedaan, dat de enige tijd geleden opgestelde planning heel goed bijge stuurd kan worden op basis van de beschikbare cijfers. Daar hoeft heus niet ieder half jaar een werkloos academicus aangezet te worden. Als datgene, wat in de aanbiedingsbrief bij de begroting verbaal is opgezet, met cijfers wordt onderlijnd, dan zou voor de raadsleden de beoordeling van de ge meentelijke plannen al veel eenvoudiger zijn. De collegae, die deze mening ook zijn toegedaan, wil hij vragen een door hem in te dienen motie te steunen. In die motie wordt de geuite gedachte uitgesproken en wordt het college alsnog uitgenodigd op vrij korte termijn met een financiële planning voor de jaren 1975 t/m 1978 te komen. Ten aanzien van de prioriteitenlijst, zoals die door de raad is vastgesteld, heeft de voorzitter ook enige opmerkingen geplaatst. Die opmerkingen neigen zijns inziens een beetje naar de opvatting van het lid Huijssoon, n.l. dat de bovenlig gende lichamen de techniek bepalen. Zijns inziens is er een innerlijke tegenstrij digheid bij de voorzitter, wanneer deze enerzijds stelt, dat er binnengehaald moet worden, wat er binnen te halen valt, terwijl in hetzelfde betoog gewaarschuwd wordt, dat Zevenbergen een deel van Brabant, een deel van het rijk Nederland is en dat men zijn verantwoordelijk heid in het grote kader moet zien. In tegenstelling tot het eerste is het laatste voor hem wel waar. De raad is er voor verantwoordelijk om voor de Zevenbergenaar een zo hoog mogelijk voorzieningenpeil te creëren. Daarnaast heeft ieder raadslid weliswaar ook een nationale verantwoordelijkheid; maar dat betekent niet, dat wij als raad de verantwoordelijkheid hebben te bepalen over de vraagstukken van werke loosheid in b.v. de wegenbouw versus een sportzaal te Zevenbergschen Hoek. Wat dat betreft staat hij geheel achter de -wat men in vaktermen noemt- de zgn. knelpunten nota, waarin nogal scherp door een aantal deskundigen aan de kaak is gesteld, dat het welzijnsbeleid van gemeenten en van regionale en provinciale instellingen vol komen wordt doorkruist door het werkgelegenheidsbeleid. Niemand in dit land kan staande houden, dat de uitkomsten van het D.A.C.W.-beleid consistent zijn, aldus spreker. Als de voorzitter stelt, dat dat binnenhalen een erg arbeidsinten sieve zaak is, dan gelooft spreker dat graag. Dat is een teken, dat het bij de D.A.C.W. geen computer- of jackpotzaak is, doch dat er "gelobbyed" moet worden. Dit is de kern van de zaak. "Lobbyen" betekent bepaalde zaken onder de aandacht brengen en beslissingen trachten te forceren van bovenliggende bestuursorganen. Die beïnvloeding is wel degelijk mogelijk. Waar hij voor wil pleiten is om dat "lobbyen" te verrichten op basis van de inzichten en de politieke besluitvorming van de raad en niet op de basis van de dingen die er toevallig al zo lang liggen. Het overdekte zwembad en de uitbreiding van het buitenbad noemt hij daarvan voor treffelijke voorbeelden.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1974 | | pagina 283