230 Op enkele essentiële punten wil hij terugkomen. Met betrekking tot de middellange termijnplanning zegt hij zich niet te kunnen voorstellen, dat een gemeent .-lijke overheid niet in staat is om de financiële gevolgen van welke maatregel dan ook te vertalen in een planning. Op het moment, dat bijvoorbeeld de rentetarieven omhoog gaan, moet men ook a la minute de andere zaken aanpassen. Hij kan zich niet voor stellen, dat dat niet geldt voor de zaken, die hier in het beleid uitgestippeld zijn. Het gaat er bij hem niet in, dat daarmee één a twee personen volledig belast zouden gaan worden. Ook het bedrijfsleven wordt met deze problematiek geconfron teerd en daar moet men ook bijsturen» Het tweede, wat tegengesproken is, is zijn opmerking, dat bij fusies of schaalvergroting financiële voordelen zouden zijn te behalen, Men zou daarbij ook van een niveauverhoging kunnen spreken, als bepaalde zaken regionaal worden aange pakt. In dat geval zou dat toch een financieel voordeel kunnen zijn. Hij acht het een goede zaak, dat regionaal een aantal taken worden aangepakt, zoals brandweer, schoolvoorzieningen, structuurplan e.d. Spreker zegt blij te zijn met de uiteen zetting over de toch vrij grote stijging van een aantal belastingen en de daaruit voortvloeiende extra inkomsten van f 200,000,—, waardoor de verhoging van salaris kosten in ieder geval gedekt zijn. Dit was in de begroting 1974 niet bot geval: Sprekende over een evenwichtig beleid zou hij graag gezion hebben, dat ook andere inkomsten van de gemeenten, die niet voortvloeien uit de onroerend-goedbolasting, meegenomen zouden zijn in de trendmatige verhoging. De on'oerend-goedbelasting is te onderscheiden van de andere belastingen, omdat de andere belastingen een be taling van te verlenen diensten inhouden» Als de prijsindex met 10$ stijgt, dan zouden de kosten van de diensten ook met dat percentage moeten stijgen» Hierdoor zou er wat meer ruimte in de gewone dienst zijn ontstaan voor andere voorzieningen, die hard nodig zijn. Met betrekking tot de inspraak van ambtenaren vraagt het lid Schipner of die opmerking betrekking heeft op de positie van de ambtenaar als ambtenaar of als burger van de gemeente Zevenbergen, Als burger heeft de ambtenaar even veel rech ten en plichten als iedere andere inwoner. Als het gaat over de werkwijze ten ga- meentehuize, dan zult u onze fractie altijd op uw weg vinden, als het gaat over voorstellen inzake honorering van de ideëen van de ambtenaren, aldus spreker. De verantwoordelijkheid zal echter te allen tijde bij de raad blijven liggen» Het ver trouwen, dat het college heeft uitgesproken in de nieuwe commissie werkwijze wordt door het lid Schipper onderschreven» Hij hoopt van die commissie binnenkort goede voorstellen te ontvangen. Hij is ervan overtuigd, dat dat zekere consequenties met zich zal brengen. Spreker meent verder te hebben kunnen beluisteren, dat ge steld zou zijn, dat de provincie uitmaakt hoe de D.A.C.W.--weiken worden toegewezen. Hij zou graag vernemen of er enige aandrang is uitgeoefend op de besl?' ssr ng van de provincie, omdat een en ander van essentiële betekenis is voor de opgestelde prio riteitenlijst. Spreker meent geen antwoord gekregen te hebben over zijn opmerkin gen ten aanzien van het beleid van instellingen, waarin via gemeenschappelijke regelingen wordt geparticipeerd. Hij had zo graag horen zeggen, dat het college wel degelijk enige invloed kan uitoefenen op het beleid van die instellingen. Spreker hoopt, dat de regio ter zake een belangrijke taak kan overnemen. Hij ziet bij die instellingen de kosten namelijk meer stijgen dan bij de eigen diensten het geval is. Hierna gaat het lid Schipper in op het antwoord van wethouder Trompers, In zijn algemene beschouwingen zegt spreker gesproken te hebben over maatregelen om tot aamvaardbare grondprijzen te komen. Het antwoord van de wethouder begrijpt hij dan ook niet. Deze heeft het daarin over meer groen, meer lichtpunten en der gelijke. Er is alleen aangedrongen op een gerichte aanpak van zaken, Als voorbeeld hoe een zaak niet aangepakt moet worden, noemt hij de bouw van de sportzaal te Zevenbergschen Hoek.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1974 | | pagina 280