279 Na de heropening van de vergadering wordt de gelegenheid geboden in tweede in stantie het woord te voeren. Het lid Mevr.Krijnen-Boot acht het ondoenlijk om tot in details op de ant woorden in te gaan. Zij zal zich daarom beperken tot enige punten. De teneur van de antwoorden heeft haar fractie als zeer positief ervaren. Inzake de regiovor ming zegt zij, dat het geenszins de bedoeling van haar fractie is om de gewest vorming zonder meer maar te aanvaarden, zoals die is voorgesteld. Een protest in de regioraad tegen de voorgestelde indeling zal dan ook door haar fractie onder steund worden. Het betoog voor de gemeentelijke herindeling wordt tegengesproken door de reserve, die de voorzitter heeft ten aanzien van schaalvergrotingen en fusies. Met betrekking tot de inspraak van ambtenaren kan zij stellen dat haar fractie daartegen geen bezwaar heeft. Zij heeft het wel als minder prettig erva ren, dat de raad gezet wordt tegenover het ambtenarenkorps. In de raad hebben de leden alleen maar te maken met het college en niet met ambtenaren. Haar opmerking over organisatie, planning en coördinatie is haar ingegeven door begrotings posten. Zo is onder andere bij de post "magazijnen" geconstateerd, dat het bedrag voor materialen nagenoeg gelijk is gebleven, terwijl de post magazijnbeheer is verdubbeld. Verder wordt sinds 2 jaar een vacature geraamd voor de afdeling bouw kunde, zodat men zou kunnen concluderen, dat de behoefte aan die kracht toch niet zo groot is. De manier waarop de uren verdeeld worden over de verschillende posten, heeft ook deze indruk gewekt. Van de gemeentereiniging worden 30 uren weggenomen en ondergebracht bij de tractie. Tertiaire, quartaire en andere wegen, die de zelfde oppervlakte hebben behouden, tonen een stijging van 95 overuren. Boven dien worden 60 uren meer geraamd voor gladheidsbestrijding. Bij een gelijkblijvende situatie kan haars inziens toch wel een vast gemiddelde gehandhaafd worden, vooral als men daarbij toch al zoveel jaren ervaring heeft. Ook de onbeantwoorde brieven zou zij willen laten vallen onder haar opmerking over de organisatie e.d. Inzake de opmerking over het bureau Wissing zegt zij niet te hebben willen stellen, dat zij geen behoefte heeft aan een stedebouwkun— dig bureau, doch die opmerking had betrekking op de renovatie van de woningen aan het Si.Jozefplein. Zij blijft het een wat vreemde situatie vinden, als bij eenvoudige tekeningen over indeling van woningen al een stedebouwkundig bureau wordt ingeschakeld. Zoiets zou de eigen dienst moeten kunnen. Met betrekking tot het stedebouwkundig bureau vraagt zij zich af in hoeverre daarop een krante artikel (over een proefschrift over gemeentelijke investeringsbeslissingenvan toepassing is, waarin staat, dat veelal in te vroeg stadium besloten wordt op dracht aan een dergelijk bureau te geven tot het opstellen van een plan. In hoe verre is dit ook van toepassing op plan Hazeldonk? Over het antwoord van de voor zitter met betrekking tot het heien van de eerste paal bij de sporthal zegt zij, dat het haars inziens voor de hand ligt, dat -als de voorzitter daarbij heeft gezegd, dat er te weinig aan inspraak is gedaan- dan harerzijds de vraag wordt gesteld, waarom hij die opmerking niet enige maanden eerder heeft gemaakt en daar mede dan ook rekening had gehouden. Met betrekking tot de warmte-isolatie van woningen heeft wethouder Trompers gesteld, dat het in de bedoeling ligt dat bij een aantal in aanbou^zijnde woningen te realiseren. In "geknipt voor raadslid" heeft zij gelezen, dat dat ook mogelijk en sub sidiabel is bij reeds gerealiseerde woningen, die niet ouder zijn dan van 1945. Met betrekking tot de ingediende motie over de Maasroute zegt zij, dat haar frac tie daarmee toch wel enige moeite heeft. Haar fractie is tegen de Maasroute ten noorden van de Mark. Of het tactisch is om die motie nu in te dienen meent zij te moeten betwijfelen. Ook het lid Schipper acht het ondoenlijk om op alle punten weer antwoord te geven.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1974 | | pagina 279