es
258
- De onroerend-goedbelastingen geven indërdaad meer ruimte dan de belastingen, waar
voor zij in de plaats treden.
In tegenstelling tot de summiere "berekening" van de heer Schipper kunnen wij
daarvan het volgende zeggen:
Bij nietónvoering van de onroerend-goedbelastingen zou in 1975 van gebruikers en
eigenaren, respectievelijk bezoekers van vermakelijkheden naar raming worden ge
heven, rekening houdend met uitbreiding van de gemeente; met normale verhoging
van enkele tarieven tot door de minister geadviseerde normen en met een extra
verhoging van enkele tarieven voor dekking.van het in 1974 geraamde exploitatie
tekort van de sporthal ad f 157.800,
straatbelasting 1975 f 242.200,
grondbelasting 1975 137.300,—
personele belasting 1975 198.300,
vermakelijkhedenbelasting 10.600,—
verhoging t.b.v. exploitatie
sporthal 157.800.—
Totale heffing in 1975 bij niet-
invoering onroerend-goedbelasting f 746.200,
Hiervan zou in de gemeentekas vloeien f 652.800.
Indien de benadering van de opbrengsten wegens onroerend-goedbelastingen
juist is, wordt in 1975 verwacht:
1. wegens gebruikersbelasting f 432.050,
2. wegens eigenarenbelasting 538.850.—
Totaal f 970.900,—
Dit bedrag wordt verlaagd door hogere inningskosten f 46.600,—.
Verder door hogere belastingdruk op gemeente-eigen- i
dommen 53200
Verder rente en afschrijving invoeringskosten
onro erend-goedbelast18.300.—
Totaal f118.100,—
zodat uiteindelijk netto ten goede van de gemeente komt f 852.800,
Dit betekent dus een extra-ruimte van f 852.800,minus f 652.800,is
f 200.000.—.
Door deze extra-ruimte kunnen de andere belastingen en heffingen op hor be
staande niveau worden gehandhaafd. Indien de onroerend—goedbelastingeu n4«t waren
ingevoerd dan zouden u zeker voorstellen tot drastische verhoging van belastingen
en heffingen zijn voorgelegd,als rioolbelasting, reinigingsrechten, leges, enz.