242 En dan in dezelfde 30 jaar. Me dunkt, dat we dan meer ruimte voor voorzieningen krijgen binnen het fonds grote werken. Welzijn, mijnheer de voorzitter, kun je plaatsen binnen het kader van een totale maatschappijbeschouwing. Wij hebben dat van de zijde van de Onafhankelijke Partij in het verleden bij herhaling gedaan. Het mag duidelijk zijn, dat wij wat die maatschappijbeschouwing betreft zeer nadrukkelijk het etiket "links" zouden willen claimen. Welzijn staat erg vaak zeer dicht bij de praktijk van het dagelijks leven. Wij vragen ons af of het gevoel van welbevinden van de bewoners van onze gemeente niet op een klein onderdeeltje wezenlijk zou kunnen worden bevorderd, als we het toezicht op de fietsenstalling op het station van de Nederlandse Spoorwegen wat beter ter hand zouden nemen. We zitten met heel wat mensen, die vanuit de rand stad Holland hier zijn komen wonen en hun werkkring in de randstad hebben behouden. Deze mensen zijn aangewezen op het openbare vervoer. Als nu de uitgangspositie van het openbare vervoer al die frustraties voor de mensen met zich meebrengt, die op het ogenblik de toestand rondom het station met zich meebrengt, dan geloof ik, dat wij als gemeente daar wezenlijk wat aan kunnen doen. Als collega Huijssoon spreekt over de toenemende agressie, dan geloof ik, dat we daar een locatie hebben waar die agressie zeer nadrukkelijk wordt uitgeleefd. Wellicht, dat de gemeente hier in G.S.W.-verband -hetzij in full-time, hetzij in parttime-verband- wat zou kunnen doen. Mijnheer de voorzitter, ik wil afsluiten met een zaak, die grenzen en het belang van onze gemeente an sich zeer duidelijk overschrijdt. In vele plaatsen in ons land worden op dit moment initiatieven ondernomen om de woonstraten veilig te maken voor de voetganger en voor het spelende kind. Men doet dat door bepaalde vormgevingen, b.v, van het wegprofiel. Ik zou het prettig vinden als we in onze gemeente ook in die richting zouden gaan werken. Daarover wil ik het nu evenwel niet hebben. Dat is een zaak, die wellicht in de commissie ruimtelijke ordening beter op zijn plaats is. Bovenvermelde initiatieven dreigen nu stuk te gaan lopen op het wegenverkeersreglement, dat de gemeenten niet de bevoegdheid geeft van de 50 km-limiet in de bebouwde kom af te wijken. We vrezen, dat bij proefprocessen deze wegprofileringen dan ook zullen moeten verdwijnen. De redenering is namelijs -vrezen wij- bij de rechterlijke macht, dat een gemeente gehouden is, om ook de automobilisten de kans te geven 50 km. te rijden. Wij vinden, mijnheer de voorzitter, dat er haast is geboden met een zoda nige wijziging van het wegenverkeersreglementdat de gemeenten de bevoegdheid krijgen een lagere maximumsnelheid in woonstraten dan de thans geldende 50 km. vast te stellen. In dit verband mag ik er op wijzen, dat onze soldaten in de kazernes beter bevexligd zijn dan onze kinderen op straat, want op kazernes geldt inderdaad wel een lagere maximum-snelheid. Wij willen de raad voorstellen om via de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten een beroep te doen op alle gemeentebesturen in ons land er bij de wetgever op aan te dringen tot deze wijziging van het wegenverkeersreglement op zeer korte termijn over te gaan. We zullen daartoe in tweede termijn van deze begrotingsbehandeling een voorstel aan de raad voorleggen. Ik dank u wel". Het lid Makkink zegt namens de fractie van de Partij van de Arbeid het volgen de:

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1974 | | pagina 242