I *7
241
Bovendien dreigt in de verdere toekomst de reële bestedingsruimte verder in gevaar
te komen door a.c.w.-aanvragen, die er op dit moment liggen en die duidelijk de
door de raad afgesproken prioriteiten doorkruisen:
ik noem: - het overdekte zwembad
- de uitbreiding van het buitenbad
- restauratie pand Zuidhaven 17.
En nu kan collega ïïuijssoon zeggen: "die prioriteitenlijst is voor mij niet heilig,
want als er van bovenaf faciliteiten komen, dan moeten we bereid zijn om die
faciliteiten te aanvaarden". Maar als we dat doen, mijnheer de voorzitter, dan
verandert er helemaal niets met het beleid uit het verleden. Als deze zaken dan
per ongeluk door de computer van de A.C.W. heenrollen en wel voor subsidie in aan
merking komen, dan blijven we zitten met ongedekte investeringstekorten van 25$ op
deze investeringen. Wij moeten maar zien hoe we de jaarlasten daarvan opvangen.
En er hangen met een aantal projekten andere exploitatiekosten samen. Wij moeten
maar zien om dat op te vangen. En dan kan het college zeggen: "dat vangen we op
uit de grotere bestedingsruimte,, die ontstaat door de groei van het grotere inwoner
tal". Mijnheer de voorzitter, de reserves, die wat dat betreft geuit worden door
het college van gedeputeerde staten spreken voor mij boekdelen. Als u nou niet
bereid bent te luisteren naar een nietige fractie als die: van de Onafhankelijke
Partij, dan geloof ik, dat ik met autoriteit van het provinciaal administratieve
en politieke apparaat achter mij, zeer nadrukkelijk gerechtigd ben deze reserves
op tafel te leggen.
Samenvattend, mijnheer de voorzitter, kom ik tot de conclusie, dat het financiële
beleid chaotisch en warrig blijkt, of om met de woorden van het college te spreken
uit de tijd, dat' er nog geen prioriteitenschema en middellange termijnplanning was:
het blijft een te hooi en te gras beleid.
Ik geloof, mijnheer de voorzitter, dat het tijd wordt, dat politieke beslissingen
van de raad de gang van zaken in deze gemeente gaan bepalen en niet de toevallige
inzichten van hen die binnen de administratie aan beleidsvoorbereiding doen, zonder
een slecht woord te zeggen ten aanzien van de intentie van handelen van mensen,
die binnen de administratie bezig zijn. Ik sluit me gaarne aan bij collegae, die
woorden van hulde op tafel hebben gelegd. Als collega Gerla vraagt: "Waar zit de
fout?1' Voor mij zit de fout in het feit, dat het college verzuimt aan de admini
stratie politieke leiding te geven. Het wordt tijd, dat burgemeester en wethouders
orde op zaken stellen. Wij zullen op dit punt, mijnheer de voorzitter zeer naaruk-
kelijk een uitspraak van de raad vragen.
Mijnheer de voorzitter, wij hebben ook nogal bezwaren tegen de presentatie
van de begroting. Door de frequente wijzigingen in de wijze van begroten, zijn
jaar op jaar de begrotingen op zich nauwelijks vergelijkbaar.
Waarom wordt de begroting niet tevens samengevat in een overzicht dat geënt is
op het stramien van de middellange termijnplanning? Waarom dan niet een cijfer
matige aanduiding van de factoren die de reële bestedingsruimten positief dan wel
negatief beinvloeden, zodat de netto ruimte of het metto-tekort daaruit meteen
afleesbaar is.
Het is misschien ook mogelijk een opstelling van cijfers te Tnaknn waarbij de
eigen beslissingsbevoegdheden apart er uit getild worden en de automatismen geëli
mineerd worden, zodat wij ons in onze discussies met betrekking tot de begroting
kunnen beperken tot die terreinen, die werkelijk tot de autonomie van de gemeente
behoren.
Mijnheer de voorzitter, wij vragen ons met de fractie van de V.V.D. af -nu u
toch een wijziging voorstelt in de dekking van het liquiditatietekort van de wijk-
verwarming, of het niet mogelijk is het tekort over te hevelen van het fonds grote
werken naar de reserve.