23 Een houding, die er niet een moet zijn van "even een besluit erdoor jagen" maar een van "hoe kunnen we alle aspecten aan een zaak zo duidelijk mogelijk aan de raad voor leggen om een verantwoord besluit te krijgen". Met de besluitvorming, die pas achter de rug is over de procedure bij inspraak voor bestemmingsplannen en het structuurplan, zijn we in ieder geval op de goede weg. Wij hopen van harte, dat wij in onze hooggestemde verwachtingen niet teleurgesteld zullen worden. Terecht zal men nu tegen willen werpen, dat een goed functioneren van het spel in de gemeentepolitiek ook een juiste instelling van de raadsleden eist. Inderdaad. Wiet alle professoren en ingenieurs zijn goede raadsleden en er zijn goede voorbeelden van op het oog eenvoudige huismoeders, die het politieke vak wel verstaan. Dat wil zeggen, die in staat zijn uit de aangeboden informatie een juiste en verantwoorde keuze te doen. Die in staat zijn met het College van Burgemeester en Wethouders de degens te kruisen als zij vinden, dat er zaken fout gaan of zijn gegaan, maar die anderzijds de verantwoordelijkheid durven nemen voor beslissingen, die genomen moeten worden, ook als die niet populair zijn. Wij hebben getracht naar beste vermogen hieraan te voldoen: nooit kritiek om de kritiek, maar altijd met het doel een juiste besluitvoiming te bereiken. Daarbij zullen wij heus wel eens fouten hebben gemaakt en in de hitte van het debat geen al te verfijnde woordkeus hebben gedemonstreerd, maar alle kritiek behelsde suggesties, het anders -in onze ogen beter- te doen. Wij zijn daarbij vaak niet al te beschei den geweest, maar dit is uitgangspunt geweest voor ons denken en doen: niet de Onafhankelijke Partij is doel in zich, nog minder van Engelen of Krijnen, maar de goede zaak, het gemenebest van onze plaats. Die goede zaak eist onder meer bewuste kiezers, burgers, die mee willen en mee kunnen praten. Waar ons gevoelen kan dat alleen maar, wanneer de zaken duidelijk worden gesteld en niet in politiek ingewikkelde Haagse volzinnen. En op dat terrein heb ook ik nog wel wat te leren. Vorig jaar, Mijnheer de Voorzitter, heeft onze fractie instemming betuigd met de belastingvoorstellen van het College van Burgemeester en Wethouders. Voorwaarde daarbij was een aanzet tot goede speelvoorzieningen, ook in de oude wijken. De voorzitter was blijkens de notulen van de vergadering van 30 januari 1973 bereid in de post reserves de zo noodzakelijke speelvoorzieningen te zoeken -en nu citeer ik- "waar zijns inziens het lid van Engelen zo terecht voor heeft gepleit". Een tweede zaak die jaar op jaar onze belangstelling heeft gehad is die van de raadscommissies. Ik citeer opnieuw de voorzitter uit de vergadering van 30 januari van vorig jaar: "Over de werking van de raadscommissies en de openbaarheid van de commissies be staat enige twijfel. Waar mijn mening terecht, Wij kennen commissies van advies en Bijstand aan Burgemeester en Wethouders, maar in de praktijk laten we ze nogal eens als raadscommissies functioneren. Ik moet dat de heer van Engelen toegeven. Het College wil gaarne in overleg met alle commissies zich hier nog eens over beraden" Een meer incidentele zaak, maar daarom niet minder belangrijk, is die vam het sociaal-kulturele werk van vrouwenorganisaties. Toen wij vorig jaar voorstelden het voor de Kulturele Kring "De Schakel" bestemde bedrag van f 3.000,hiervoor te bestemmen, zei de voorzitter, xaet deze gedachte mee te kunnen gaan. Ik citeer weer: "Indien ook de rest van het óoilege hiervoor voelt, dan kan een daartoe strekkend voorstel tegemoet worden gezien". Wethouder Trompers had vorige vergadering gelijk, toen hij zei, dè.t de f 3*000, geen andere bestemming hadden gekregen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1974 | | pagina 23