ai o;'7.rB6v;
h..d :4
bn-:. :ioo v.
■f?:-w-rn -- >i>©4"-
O---. ;v in
.Vfll
V /--?0,V iMIf'10 :n-i0.b?: -5
j-.at
- «gü-:! qcv It'-t'^oqv ioc: aao'i'
.jCiffiei. Sï .-'uii ov ïr?4 .i v>;ï?rb. r
T.JfiV S'. Udi C-tl» e'^j.qvo:.
v$ti - i
::oav;«r;4.wic:-ii$ cv-
qcj: eb
L.xioi?5.
i
••tV Aj&;
:bv; dsn
.O-v IS-
'4?a -vb
i»".'-'
:\&L
•aq'j.U' ar
'■•i'iOOU.'.'.;;.:
'Oti :V.: "ï'-iS.r
b.r.o:^ :ru l:ï'-
n?fjk /lio.: ,fe 'Spr
aaf' v.' i '.rbi'-- U'db ■-?•.
riev rfox." i>gUï,t! v l% n«
r-.'MöF. uet+.]'i^. ■n.i..:. t ai i,
"./uiagji i-i A&M
22
Het is zo: nu zijn we nog te klein voor tafellaken en al te groot voor servet, en
-om de stedebouwkundige Wissing te citeren- we moeten erg binnenkort beslissen of
we zullen uitgroeien tot groot dorp of klein stadje. Dat betekent, dat er hoe dan
ook nu reeds beslissingen moeten worden genomen die ver uitstijgen boven het belang
van dit ogenblik.
In de voorliggende begroting is, Mijnheer de Voorzitter, voor het eerst een
post geraamd voor vergoedingen aan raadsleden voor telefoon- en reiskosten. De ar
gumentatie daarvoor is, dat er veel kosten en veel tijd besteed worden gari het
raadslidmaatschap en dat presentiegeld daarvoor nauwelijks een voldoende honorering
is. Dat laatste is wel waar, Mijnheer de Voorzitter, maar het wil er bij ons van
de Onafhankelijke Partij niet helemaal in, dat deze luttele bedragen enig soelaas
bieden. Wij vragen ons zelfs af of, wanneer de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
haar zin krijgt en raadsleden een vaste vergoeding op jaarbasis zouden krijgen, er
dan wel meer animo zou bestaan voor het raadslidmaatschap. Ik bedoel dan van de
zijde van kwalitatief goede mensen. Het wethouderschap in tal van kleine plaatsen
wordt veel beter betaald dan gewettigd is op basis van de tijd die de wethouders
daar eraan besteden. De politieke strijd is daar dan ook vaak bijzonder onfris.
Maar goede wethouders blijven in de plaatsjes vaak weg.
Kwalitatief goede raadsleden, statenleden en kamerleden, Mijnheer de Voorzitter,
krijgt men naar ons gevoelen alleen maar als de besluitvorming en de daarmee samen
hangende discussie waard is je ervoor in te zetten.
Dat betekent in deze tijd, waarin het bestuurlijke apparaat zelf en de problemen
waarmee het te maken heeft, zo ingewikkeld zijn, dat een raadslid moet kunnen be
slissen op grond van dezelfde informatie als een lid van het college van Burge
meester en Wethouders. En een kamerlid in principe op grond van dezelfde informa
tie als een minister.
In dat verband, Mijnheer de Voorzitter, achten wij het dan ook volmaakt zinloos
wat te sleutelen aan telefoonnota's en reiskosten.
Wij geloven, dat ieder gemeentebestuur ervoor moet zorgen, dat het politieke spel
waard is gespeeld te worden.
Het spel zelf moet beter gefinancierd worden, niet de spelers. Want als men de
spelers financiert, dan is de dreiging van het ontstaan van een gesloten kaste van
beroepsspelers lang niet denkbeeldig. En dat zou het einde betekenen van ons demo
cratische systeem.
Hoe kan het spel gefinancierd worden?
Wij denken daarbij aan faciliteiten voor de fracties om b.v. tikwerk te laten ver
zorgen, aan mogelijkheden om vooral goede voorlichting aan de kiezers te geven.
Wat dat betreft is er op één gebied een verandering ten goede gekomen: de aandacht,
die de regionale pers schenkt aan het gemeentepolitieke gebeuren, is de laatste drie
jaren aanzienlijk verbeterd.
Maar daarom gaat het niet alleen. Het gaat ook niet alleen om een boekje met nut
tige adressen voor nieuwe inwoners, hoe waardevol op zich ook.
Het gaat erom voor onze burgeressen, burgers, kiezeressen en kiezers de moeilijke
problemen op aanschouwelijke wijze vertaald te presenteren.
Het idee, dat ik nu opper, is ontstaan in de tijd, dat de kiosken op de haven nog
leeg stonden en nog niet waren veranderd in volières. Ik aarzel nu dan ook met het
voorstel.
Kunnen die kiosken, of anders soms enkele vitrines, niet worden gebruikt voor een
aanschouwelijke presentatie van belangrijke zaken op het gemeente-politieke vlak,
die aan de orde zijn?
Het allerbelangrijkste evenwel, Mijnheer de Voorzitter, is een juiste houding van
allen die bij de besluitvorming en de voorbereiding ervan betrokken zijn.