223 die in belangrijke andere samenstelling dan het college suggereert in die socio grafische schets zullen opteren voor het openbaar lager onderwijs. Hierin zit voor spreker een heel groot probleem. Als men op titel van bijzonder confessioneel onderwijs deze accommodatie gaat realiseren, dan vindt hij, dat de mensen, die kiezen voor openbaar onderssxjs, in een noodsituatie worden gemanoevreerd en auto matisch terecht moeten komen in deze school. Men wordt er daarmede misschien niet slechter van, maar hij vindt wel, dat de gemeente daarmede in gebreke blijft jegens zijn bewoners. In dat verband zegt spreker verder, dat de eerste alinea van blz. 2 van het voorstel (beginnende met "daar het scholencomplex deel uitmaakt etc.") voor hem uitblinkt in duisterheid. Het handelt over de eigendomsstructuur van het gebouw. Als spreker een en ander goed leest, dan zou daar staan, dat het goed mogelijk is, dat de gemeente eigenaresse blijft van het gebouw, maar de schoollo kalen ter beschikking stelt van de bijzondere scholen. Hij leest dan tevens, dat de besturen van de bijzondere scholen dat eigenlijk afwijzen. Hij staat er op, dat de eigendom bij de gemeente blijft, juist met het oog op de te verwachten ver schuivingen in de keuze van de scholen door de bevolking. Men moet hier maar eens breken met het "sleutelsyndroom van de bijzondere schoolbesturen", In dat verband zegt spreker te hopen, dat de competentie van de art. 61-commissie niet beperkt blijft tot dit centrale gedeelte, doch ook het scholengedeelte onder zijn beheer krijgt. Spreker heeft verder nog enige problemen van financiële aard. Bij de cijfers heeft hij gemist een post "renteverlies tijdens de bouw". Ook al zou de bouw b,v. maar 10 maanden duren, dan nog zou dat verlies bij deze investering erg aanzien lijk kunnen zijn. Met mevr.Krijnen is hij het eens, dat de risicodekking erg awn de magere kant is, n.l. f 45.000,op een dergelijke investering. Met de aandui ding, dat de overheidssubsidies constant blijven, zal het niet-gedekte gedeelte stijgen, voordat men aan het einde van de rit is. Zijns inziens is men dan een stuk bestedingsruimte aan het wegnemen, waarop men zich toch nog eens terdege dient te bezinnen. Verder is spreker de mening toege daan, dat men wat luchthartig heen stapt over de lasten op jaarbasis. Men schat de kapitaalslasten op zo'n f 28,000,per jaar, terwijl met"de natte vinger" het overige bedrag ook maar op die grootte is geschat. Hij mist daarbij ook maar enige aanduiding over een extra exploitatielast, die op de gemeente zou komon te drukken voor dat stuk van de kosten per schoollokaal, dat niet in de normbedragen is be grepen. Bij de financieringsplannen op middellange termijn is men een jaar geleden samen tot overeenstemming gekomen, dat dat nog al wat kost per jaar. Bat was een van de omissies in het toen voorliggende stuk. Hij vindt het niet juist om de raad op dit moment over dat gat, wat bij dit gebouw zeer zeker zou komen, nu niet in te lichten. Spreker schort daarom zijn eindoordeel op totdat van de zijde van het college een antwoord op zijn vragen is gegeven. Het lid Schipper zegt ook te hebben willen informeren naar de bijdragen van de provincie en het Koningin Julianafonds. Ook zou hij graag inzage hebben gehad in de exploitatierekening. Verder zag hij graag aangegeven hoe men is gekomen tot die verdubbeling van die f 28.000,—. Bij hem weegt echter het zwaarst, dat in de huidige begroting al een bedrag van f 56.000,— is opgenomen. Dit doet zijns inziens tekort aan de prioriteiten, zoals die reeds zijn vastgesteld. Hij is er destijds van uit gegaan, dat de exploitatie voor dit gebouw volledig rond zou zijn en dat er geen middelen van gemeentewege bij zouden hoeven. Hij maakt er zich bezorgd over, dat dit bedrag straks wel eens zou kunnen uitlopen tot f 100,000,— of meer. Hierdoor zouden andere zaken wel eens in het gedrang kunnon komen. De ruimte in de begroting is immers niet erg groot. De voorzitter zegt niet in het antwoord van de wethouder te willen treden, maar één ding moet hem toch onmiddellijk van het hart.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1974 | | pagina 223