ft.
211
Het lid Schipper stelt geen enkel antwoord van de wethouder te hebben
gekregen op zijn vragen. Hij herhaalt de door hem gestelde vragen. Van deze
gelegenheid maakt spreker gebruik om de verkiezingsprocedure van de sport-
adviescommissie aan te vallen. In deze commissie is niemand namens de sport
verenigingen uit Zevenbergschen Hoek en Langeweg vertegenwoordigd. Uit die
kerkdorpen kan men dus zijn stem niet laten horen.
Wethouder Trompers gaat hierna nog in op een aantal vragen. Met betrek
king tot het vierde veld merkt hij op, dat dit veld weliswaar door de gemeen
te niet officieel is verhuurd, maar dat dat veld momenteel overbezet is,
onder andere als gevolg van het omploegen van een ander veld.
Spreker durft op dit moment niet te zeggen hoe het staat met de brief
van D.H.V. Er zijn over deze aangelegenheid nogal wat brieven binnengekomen,
dus niet alleen D.H.V. heeft gereageerd, maar ook andere verenigingen.
Dat D.H.V. moeilijkheden heeft, is best mogelijk, zo gaat spreker ver
der. Hij kan die vereniging niet anders dan adviseren om zo snel mogelijk
een verzoek aan het college te doen, waarin dan de moeilijkheden uiteengezet
zouden kunnen worden. Zijns inziens hoeft de vaststelling van de subsidie
regeling daar niet op te wachten.
Als het lid Schipper stelt, dat er niemand uit de kerkdorpen Zevenberg
schen Hoek en Langeweg namens de sportverenigingen in de sportadviescommis-
sie zit, dan meent de wethouder daarop te moeten antwoorden, dat dat een
zaak van de sportverenigingen is. Zij maken uit, wie er namens hen in die
commissie zitting nemen. Vanuit de raad zijn die twee kerkdorpen dus wel
vertegenwoordigd. Als bepaalde verenigingen bij de destijds gehouden verkie
zingen niet aanwezig zijn geweest dan wel om andere redenen onvoldoende in
breng bij die verkiezingen mochten hebben gehad, dan is dat misschien jammer,
maar daar moet de gemeente verder buiten blijven.
Het lid Schipper zegt, dat het zijn bedoeling alleen maar is geweest
om te stellen, dat Zevenbergschen Hoek zijn informatie alleen via de raads
leden kan krijgen, omdat men op geen andere wijze bij de zaak is betrokken.
Wethouder Trompers antwoordt, dat men van goede leden van de sportad-
viescommissie mag verwachten, dat zij daarin niet zitten namens de vereni
ging, waaruit zij voortkomen.
Het lid van Engelen meent, dat uit de discussie blijkt, dat de belangen
van D.H.V. onvoldoende veilig zijn gesteld. Spreker begrijpt, dat uitstel
moeilijkheden zal gaan opleveren in verband met het feit, dat een en ander
al in de begroting 1975 zal zijn opgenomen. Om uit de impasse te komen zou
ten behoeve van D.H.V. in de regeling een afbouwmogelijkheid op basis van
bijvoorbeeld 5 jaar opgenomen kunnen worden, daarbij uitgaande van het ver
schil van 2.000,
Ten aanzien van het tweetal amendementen van het lid Makkink merkt het
lid van Engelen op, dat hij kan instemmen met het aanbrengen van een plafond
bij de subsidiëring van de jeugdleden op basis van de betaalde contributie,
terwijl hij van mening is, dat het amendement op artikel 9, lid 3, de slag
vaardigheid van het beleid kan aantasten als dat artikel aangevuld wordt met
de zinsnede "op voorstel aan de raad". Misschien kan het lid Makkink zich
ook vinden in een zinsnede als "behoudens beroep op de raad door de betrok
ken verenigingen". Het beleid is dan slagvaardig genoeg, terwijl de rechts
zekerheid ook voldoende gewaarborgd is.
Wethouder Trompers zegt het ^gchwgj.griezelig te vinden op deze wijze
staande de vergadering een wijziging/aan te^rengen. Wat de twee amenderingen
betreft, daarmede heeft spreker geen enkele moeite, anders is dit echter met
het inbouwen van afbouwregelingen en dergelijke. Daarmee moet men zijns in
ziens zeer voorzichtig zijn.