210
Wethouder Trompers antwoordt, dat het opzetten van een nieuwe regeling
voortvloeit uit de reeds jaren door gedeputeerde staten gemaakte opmerking,
dat de huren voor sportaccommodaties in deze gemeente veel te laag zijn. De
huren van de voetbalvelden zijn per veld voor iedere vereniging gelijk. Er
wordt van een vast bedrag per veld uitgegaan. In de nieuwe regeling is daar
bij uitgegaan van 2.500,per veld. Hierbij wordt uitgegaan van de aanleg-
kosten van het laatst aangelegde veld. Spreker meent, dat dit meteen een
antwoord is op de vraag van het lid Huijssoon, die betrekking had op de
huurbedragen, die te zijner tijd zullen gaan gelden voor het sportpark de
Meeren. Zou dit niet zo geschieden, dan zou straks geen enkele vereniging
naar het nieuwe sportpark willen.
Als het lid Schipper stelt, dat D.H.V. door de nieuwe regeling benadeeld
gaat worden, is dat ook de reden, dat in de sportadviescommissie is gevraagd
hoe dat komt. De overzichten van de andere verenigingen, waar het lid Schip
per om heeft gevraagd, zijn aanwezig en reeds in de sportadviescommissie aan
de orde geweest. Omdat het het college bekend is dat D.H.V. er op achteruit
zou gaan, is in het voorstel de mogelijkheid open gelaten om voor die vereni
ging een aparte regeling te treffen. Vast zal dan wel moeten staan, welke
moeilijkheden voor D.H.V. aanleiding zijn tot die achteruitgang in subsidie.
Ook moeten de aktiviteiten van iedere vereniging daarbij in ogenschouw wor
den genomen. Met name denkt spreker daarbij aan de zelfwerkzaamheid van een
vereniging, die zeker gehonoreerd moet worden. Het is niet de bedoeling van
de regeling om minder aktieve verenigingen dan maar meer subsidie te geven.
Als gesteld wordt, dat iedere vereniging er per saldo op vooruit moet gaan,
dan moet spreker toch stellen, dat het college die mening niet is toegedaan.
De nieuwe regeling is er op afgestemd om een meer gerichte sport te krijgen.
Vandaar dat er diverse onderdelen zijn ingebouwd, die voor subsidie in aan
merking gaan komen.
Wat de opmerking van het lid Makkink over het in de bouwen plafond
betreft, moet eb wethouder toegeven, dat dit het enige punt is, dat eigenlijk
nog ingebouwd zou moeten worden. Het college staat hier volledig achter.
Met betrekking tot het door het lid Makkink voorgestelde amendement op
artikel 9, lid 3, tekent de wethouder aan, dat de raad hierin uiteraard het
laatste woord heeft, zo men dit wenst. Zelf is hij de mening toegedaan, dat
me.t de huidige redaktie volstaan kan worden.
Wat betreft het voorstel van het lid Schipper om de zaak aan te houden,
merkt spreker op, dat over deze regeling in de sportadviescommissie lang van
gedachten gewisseld is. Getracht is een regeling te creëren, die tot tevre
denheid van elke vereniging zou zijn. Bewust is er naar toe gewerkt om deze
regeling per 1 januari 1975 te kunnen laten ingaan. Om dit te kunnen bewerk
stelligen, is juist de mogelijkheid opengelaten om voor D.H.V. een afwijken
de regeling te kunnen treffen. Over het geheel worden de verenigingen er
niet slechter van. Bovendien hoeft iedere vereniging er in geld niet altijd
op vooruit te gaan. Het bevorderen van een meer gerichte sport kan even zo
belangrijk zijn.
Wat de leeftijd van de gesubsidieerde jeugdspelers betreft, merkt
wethouder Trompers tot slot nog op, dat in de regeling wordt uitgegaan van
"tot en met achttien jaar".
Het lid mevr.Krijnen-Boot zegt, dat haar fractie na de toelichting van
wethouder Trompers geen moeilijkheden meer heeft met het voorstel. Ingestemd
kan worden met de amendering van het lid Makkink.