201 De voorzitter antwoordt, dat het zich sedert zeer kort laat aanzien, dat een aanvullende investering noodzakelijk zal zijn. Het lid van Engelen vraagt verder, aldus de voorzitter: "Is het juist, dat voor dit gebouw een jaarlijks exploitatietekort wordt "verwacht, dat voor rekening van de gemeente komt?" Er zal inderdaad daardoor een jaarlijks exploitatietekort voor rekening van de gemeente komen, aldus de voorzitter. Persoonlijk vindt hij het ook heel normaal. Gemeenschapsvoorzieningen voor een wijk, acht hij een heel normale zaken, die onherroepelijk nodig zijn. Op de begroting 1975 zal dan ook dat tekort op de gewone dienst worden geraamd. Het lid van Engelen vraagt verder: "Indien één of beide vragen bevestigend moeten worden beantwoord, kan het "college van burgemeester en wethouders dan inzicht verschaffen in de conse quenties hiervan voor de investeringsplanning op middellange termijn in "verband met de rentetegenvallers voor de sporthal?" De voorzitter antwoordt, dat de volgende raadsvergadering een voorstel zal worden gedaan over deze investering en de gevolgen daarvan voor de gewone dienst. Het college ziet die consequenties als een doortrekken van het beleid. Als de gemeente groeit, zal men ook hogere inkomsten uit het gemeen tefonds kunnen verwachten. Uit die hogere inkomsten meent het college deze noodzakelijke en hoogst normale wijkgebonden voorzieningen te moeten treffen. De laatste vraag van het lid van Engelen luidt: "Hoe denkt het college in dit verband een aanvullende investering te plaatsen "tegen de achtergrond van de opvatting van het college van gedeputeerde staten, "neergelegd in de reactie op de begroting 1974 en die luidt: ""De huidige financiële positie van uw gemeente laat het aangaan van nieuwe "onrendabele investeringen niet toe."?" De voorzitter antwoordt, dat er al jaren factoren in het spel zijn van inflatie en steeds hogere renten, die bepaald niet alleen voor een sporthal gelden. Als zodanig is spreker het daarom niet helemaal eens met de redaktie -wel met de gedachte- van de vraagstelling. Het rijk onderkent deze tegenval lers ook en tracht deze op te vangen door hogere uitkeringen uit het gemeen tefonds. Rentetegenvallers gelden voor alle investeringen in heel Nederland. Spreker stelt nogmaals, dat hij slechts bedoeld heeft voorlopige ant woorden op de vragen te hebben willen geven, doch dat de volgende vergadering nader op die vragen ingegaan zal worden. Het lid van Engelen zegt dan ook een voorlopig antwoord te willen geven. Het is geenszins de bedoeling van zijn fractie om te beweren, dat dergelijke onrendabele investeringen niet normaal zouden zijn. Integendeel. Bij herha ling is echter door het college ontkend, dat deze exploitatietekorten er zou den zijn en dat er aanvullende investeringen gedaan zouden moeten worden. Al het water van de zee wast niet af, dat door deze investeringen en door de hoge rentelast de ruimte in het budget voor 1975 ten minste voor een x-bedrag is aangetast en dat derhalve al het werk van een middellange termijnplanning in ieder geval voor de eerste periode verstoord is. De voorzitter antwoordt, dat het niet de gedachte van het college is, dat die ruimte voor al de investeringen daardoor verstoord wordt. In alle nieuw te bouwen wijken zullen toch weer afzonderlijke gemeenschapsvoorzienin gen moeten worden getroffen. Tot voor kort mocht men verwachten, dat de totale investering in het multifunctionele gebouw door subsidie gedekt zou worden. Achteraf blijkt, dat die subsidieregeling niet altijd even duidelijk is en dat de gemeente zelf een bedrag zal moeten bijbetalen. Men kan dit als een tegenvaller zien, maar abnormaal is zoiets niet, aldus spreker.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1974 | | pagina 201