1/1974
llle AFD.
GEMEENTE-ARCHIEF
ZEVENBERGEN
1
Notulen van de vergadering van de gemeenteraad op 8 januari 1974, des
namiddags om 7.30 uur ten gemeentehuize.
Aanwezig de leden: B.A.Ooijen, P.J.M.van Engelen, G.A.Krijnen, H.G.Beljaars,
C.J.Vissers, A.A.M.Wijne, S.J.Schipper, C.J.Trompers,
J.J.den Biggelaar, G.H.Kamp, P.J.Krijnen-Boot, C.P.A.
Goverde, C.Huijssoon.
Afwezig de leden J.B.Biemans en J.A.Siereveld, de laatste wegens ziekte
en met bericht van verhindering.
Voorzitter Mr.F.Reijnders.
Secretaris L.Meulblok, waarnemend gemeentesecretaris.
1Opening.
De Voorzitter opent de vergadering met het bij reglement van orde voor
de vergaderingen van de Raad voorgeschreven gebed.
2. Loting volgorde bij stemmingen.
Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nr.6,
zijnde het lid Wijne.
3. Nieuwjaarstoespraak door de Voorzitter.
"Mevrouw, Mijne Heren,
In deze eerste vergadering van de Raad in 1974, gaarne mijn beste
wensen voor U allen! oede
Ik wens U en de Uwen alle goeds toe:/fezondheid, goede zaken, voldoening
in Uw werk en veel energie!
Mede namens mijn echtgenote dank ik ook voor de vele gelukwensen bij
de jaarwisseling.
Bij deze gelegenheid van mij geen verhandeling over de onzekere voor
uitzichten} deze worden reeds van vele zijden belicht. Het jaar 1974 zal
inderdaad een moeilijk jaar worden, wij moeten allen een stapje terug.
Moeilijk voor ons land, moeilijk voor onze gemeente. Maar wij zullen moeten
laten zien, dat wij met vereende krachten ook moeilijkheden kunnen overwin
nen.
Wel een korte beschouwing over het fenomeen, dat ons de laatste tijd
bijzonder bezighoudt: de inspraak, een onderwerp ook waarover wij deze ver
gadering nog de gelegenheid krijgen te discussiëren.
Op de eerste vergadering van de Wereldraad van Kerken, gehouden te
Amsterdam in 1948 luidde de belangrijkste uitspraak: "Zij die politiek gezag
of economische macht bezitten, zijn verplicht daarvan verantwoording af te
leggen aan God en aan degenen, wier welzijn daarvan afhangt".
Verantwoording afleggen! Maar hoe? En hoever reikt dat? Deze vraag
leeft al eeuwen: in de Franse Revolutie, bij de Amerikaanse president
Lincoln, bij de Parijse commune van 1871maar vooral in de laatste decennia
krijgen de democratisering, de invloed op het bestuur, de medezeggenschap,
de participatie meer gestalte.
Het proces schrijdt voort aan universiteiten en hogescholen, in onze
gezinnen, in het leger, in ziekenhuizen en in onze ondernemingen.