a a f» 199 Hij meende er de regioraad op te moeten wijzen, dat er in die raad Yaiju een politieke representatie geen sprake kon zijn nu één van de belangrijkste/ groeperingen uit de stad Breda niet in de regioraad aanwezig was. Spreker heeft daarom informatie verlangd over de kandidaten voor het dagelijks bestuur, met name over de politieke herkomst van deze mensen om te weten wat voor politieke kleur het dagelijks bestuur van de regio zal krijgen. Deze informatie is hem echter categorisch onthouden. Hij heeft zelf echter voldoende politiek-ervaring om te weten, dat het een C.D.A.-college is. Spreker zegt gemeend te hebben dit daar te moeten zeggen. Hij vindt, dat de C.D.A. geen krokodilletranen moet huilen in de Rijnmond, als men dit soort praktijken zelf in eigen Brabant wel meent te mogen uithalen. Met betrekking tot het parkeerprobleem meent spreker, dat die zaak in alle billijkheid- maar toch zo strak mogelijk- opgelost moet worden. Voordat dat via de algemene politieverordening of de parkeerexcessenverordening gedaan gaat worden, gelooft hij dat er nog andere mogelijkheden zijn door gewoon de wegenverkeerswetgeving te hanteren. Lang niet alle wagers staan voldoende uit de bocht. Lang niet alle voertuigen staan binnen de vereiste afstand van de straatverlichting. Als de politie in eerste instantie daarop zou gaan letten, dan zou al heel wat gevaarlijke narigheid voorkomen kunnen worden Het belangrijkste van de ingekomen stukken vindt het lid van Engelen echter het bericht onder B11namelijk het bericht van gedeputeerde staten met betrekking tot de goedkeuring van de begroting 1974. Zij hebben deze begroting erg criptisch -zij het met enige aantekeningen- goedgekeurd. Bij een ambtelijke aantekening is gesteld, dat die aantekeningen bij de behande ling van de begroting 1975 maar door de raad doorgeëxerceerd moeten worden. Met een paar zaken wil hij daarop echter liever niet wachten. Gedeputeerde staten stellen namelijk onder andere, dat zij er van uitgaan, dat de sport hal geen budgettaire tegenvallers zal opleveren. Zelfs als dat niet is -zo schrijven zij verder- dan staat de huidige financiële positie van uw gemeen te het aangaan van nieuwe onrendabele investeringen niet toe. Met deze tegen valler is de conclusie van de commissie voor algemeen financieel beheer dat de meerdere rentekosten de mogelijkheden binnen de gewone dienst weer beper ken, een nuchtere constatering. Het betekent in feite dat alles, wat de raad heeft ondernomen om aan een meerjarenplanning te doen, aanzienlijk in het gedrang komt. Bovendien vreest hij, dat nog andere tegenvallers wachten. Met name denkt hij daarbij aan het multifunctionele gebouw in Krooswijk. Hij zou daarom nu al van het college willen weten in hoeverre die beide feiten invloed hebben op deze meerjarenbegroting en hoe wil het colle ge die meerjarenbegroting leesbaar maken voor gedeputeerde staten. In diezelfde brief van gedeputeerde staten immers wordt toch de hele nota, waarop de meerjarenplanning van deze gemeenteraad is gebaseerd, zijns inziens vrij stevig onder de tafel geveegd., Zijns inziens verdient het aan beveling om zich nu al te beraden over de budgettaire positie van de gemeen te. De brief van gedeputeerde staten had tenminste verdiend om in de commissie voor algemeen financieel beheer aan de orde te worden gesteld. Met betrekking tot de opmerkingen van het lid van Engelen over de regio Breda antwoordt de voorzitter, dat deze niet helemaal gelijk heeft, wanneer hij stelt, dat het dagelijks bestuur van de regio een C.D.A.-club is, aange zien spreker daarin ook een of meer V.V.D.-ers heeft waargenomen. Inzake de opmerkingen met betrekking tot het vrachtwagenprobleem neemt de voorzitter aan, dat genoegen wordt genomen met de reeds gegeven antwoor den.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1974 | | pagina 199