197 De vorige keer heeft spreker gezegd, dat de openbare aanbesteding van en de hoogte van de inschrijving op het zogenaamde 2e Biesboschbestek het Industrieschap voor grote moeilijkheden heeft geplaatst. Als dit werk niet gegund wordt, hetgeen denkbaar is, dan zijn er meerderen, die in grote moeilijkheden komen te verkeren, zoals onder andere de laagste inschrijver, maar ook het waterwinbedrijfomdat dat spaarbekken dan niet op tijd kan worden aangelegd. In gezamenlijk overleg wordt bezien hoe men uit deze impasse kan geraken. Hes dit getracht wordt kan nu nog niet aan de publici teit prijs gegeven worden. Zodra dat wel mogelijk is, zal ik dat zeker doen, aldus de voorzitter. Het lid Makkink meant., lat eon inschrijving geen risico inhoudt. Kan de voorzitter vertellen, wat de grote moeilijkheden van de laagste inschrij ver zouden kunnen zijn en op grond waarvan? Spreker vraagt verder of de voorzitter eventueel in een besloten verga dering wel meer kan vertellen, dit met het oog op diens uitlating, dat hij nu geen verdere mededolingen aan de publiciteit prijs kan geven. Op deze laatste vraag antwoordt do voorzitter dat hij dat in deze vergadering niet kan doen, wel in die van het Industrieschap. Spreker «egt verder, cat diers opmerking ever de grote moeilijkheden van de laagste inschrijver geldt voor iedere laagste inschrijver, als aan deze de inschrijving niet wordt gegund, ongeacht wie de laagste inschrijver is. Alle inschrijvers uit de grote baggerwereld begeren dit werk. Als het werk aan de laagste inschrijver niet wordt gegund, wordt deze gewoon gedu peerd, omdat men het werk nodig heeft, ongeacht wie de laagste inschrijver is. Een gesprek met de laagste inschrijver kan daarom missch-'en nog enive uitkomst bieden. Het lid Makkink brengt nog naar voren, dat het niet ongewoon is, wanneer de raad vanZevenbergen -die voor l/6 deel in het Schap participeert- er mot belangstelling naar uitziet hoe men deze overschrijding met 35 h AOf" van de begroting denkt op te lossen. De voorzitter meent, dat de overschrijding kleiner is. De raming was van het voorjaar 1973 en de inschrijving van 2 oktober 1974. In die periode hebben diverse factoren gespeeld op loongebind en onderhoud materialen, als ook inflatoire aspecten. Het lid mevr.Krijnen-Boot zogt bij de ingekomen stukken de brief van het N.K.V. over het centraal antenne systeem in Krooswijk gemist te hebben. Haar vraag is nu of deze brief ai door het college is besproken en zo ja, wat is daarvan het resultaat. Wethouder Trompers antwoordt, dat die brief aanstaande vrijdag door het college zal worden behandeld. De gestelde vraag, die over betaling gaat, is zijns inziens gerechtvaardigd en verantwoord. Het lid van Engelen vraagt of die mensen nog wat terugkrijgen of niet. Wethouder Trompers acht het niet correct hierop een antwoord te geven, voordat burgemeester en wethouders daarover een standpunt hebben ingenomen. Met betrekking tot punt E zegt het lid mevr.Krijnen-Boot zeer verbaasd te zijn over het optreden van collega van Engelen tijdens de laatste regio- raadsvergadering, Zij zou het normaler gevonden hebben, als deze zijn principe—uitspraken eerst kenbaar gemaakt had in de raadsvergadering van de gemeente Zevenbergen. Iemand, die het woord openheid vaak in de mond neert, toont hiermede weinig openheid. Met betrekking tot punt G merkt het lid Euijssoon op, dat hij blij is met de uitgebrachte toelichtingsnota. Wat hem betreft mag er spoedig opgetre den worden. Na publikatie mag dat voor hem al per 1 januari 1975 zijn.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1974 | | pagina 197