196
Notulen van de vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 12 november
1974, des avonds om 19-30 uur, ten gemeentehuize.
Aanwezig zijn: B.A.Ooijen, A.A.M.Wijne, L.A.Boot, Mevr.P.J.Krijnen-Boot,
P.J.M.van Engelen, P.J.Gerla, C.J.Vissers, C.Huijssoon,
R.Makkink, P.B.M.van Oerle, S.J.Schipper, A.J.Beljaars,
C.J.Trompers en G.H.Kamp.
Voorzitter Mr.P.Reijnders.
Secretaris J.A.A.van der Smissen.
Afwezig met bericht van verhindering: G.A.Krijnen.
1Opening.
De voorzitter opent de vergadering met het bij reglement van orde voor
de vergaderingen van de raad voorgeschreven gebed.
2. Loting volgorde bij eventuele stemmingen.
Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op
nummer 13 van de presentielijst, zijnde het lid Trompers.
5. Notulen van de vergadering van 8 oktober
1974.
Het lid Mevr.Krijnen-Boot wijst er op, dat op bladzijde^ vierde regel
van onderen, het woord "gewenst" moet zijn "geweest".
Het lid Beljaars zegt, dat op zijn vraag met betrekking tot de renovatie
van de woningen in de Hoofdstraat te Zevenbergschen Hoek door wethouder
Trompers is gezegd, dat hij in de volgende vergadering hierover nadere mede
delingen hoopte te doen. Dit mist hij in de notulen.
Voor het overige worden de notulen onder dank voor het opmaken onge
wijzigd vastgesteld.
4. Ingekomen stukken en mededelingen.
Met betrekking tot punt C (industrie- en Havenschap Moerdijk) haakt
het lid Makkink in op de mededelingen, die de voorzitter tijdens de vorige
vergadering heeft gedaan. Hij informeert of terzake nadere mededelingen
gedaan kunnen worden.
Inzake punt G kan hij zich verenigen met de toelichtingsnota van het
college, alsmede met de conclusie, die daarin aan het slot wordt getrokken.
Wel zou hij er voor willen pleiten om een waarschuwingsperiode in te lassen,
alvorens de politie eventueel verbaliserend zal gaan optreden.
Antwoordende op de laatste vraag zegt de voorzitter, dat in overleg
met de rijkspolitie zeker een waarschuwingsperiode aan het verbaliserend
optreden kan voorafgaan.
Met betrekking tot de vraag over het Industrie- en Havenschap stelt
hij, dat er sedert de laatste raadsvergadering weinig spectaculairs is ge
beurd rondom de bewuste aanbesteding. Er is een periode lopende, waarbinnen
dat werk al dan niet gegund moet worden. Er zijn besprekingen aan de gang
met het waterwinbedrijf de Biesbosch, met Rotterdam en met de laagste in
schrijver om te bezien of tot een wat meer haalbare situatie kan worden
gekomen.