y i hl V 188 Het lid Makkink vindt, dat dit Voorstel niet voldoet aan de waarde, die moet worden toegekend aan het besluit van de Raad van 3 september 1974. Als zodanig is hij het geheel eens met de vorige spreker. Ook hij wil daarom het college verzoeken om het voorstel terug te nemen. Spreker vraagt zich verder af, waarom de diverse commissies niet zijn gehoordi Als in het voorstel ge sproken wordt over ontvolking bevolkt houden van het centrum, dan hhd hij graag in dat voorstel vermeld willen zien over hoeveel woningen het hier gaat. Uit alle verkiezingsprogramma's van de Raad blijkt, dat men de bevol king meer bij de zaken wilde gaan betrekken. Dat het college deze inbreng van de bevolking gefaseerd wil gaan doen, daarvoor kan hij begrip opbrengen. De motie van 3 september 1974 is nog maar nauwelijks een maand oud,"of dit voorstel ligt al ter tafel. Dit wil er bij hem niet in. Het lid Mevr.Krijnen-Boot vraagt of de tekeningen van het warenhuis door de gemeente zijn ontworpen en zo ja, of het de gewoonte is, dat de ge meente die ontwerpt. Deze vraag wordt door de Voorzitter onmiddellijk ontkennend beantwoord. Het lid Mevr.Krijnen-Boot vraagt verder of de bereidheid aanwezig is om de grondprijs, die er voor staat, te betalen en of de hoogte van het gebouw is aangepast aan de vereiste hoogte en verder of de huren van de bovenwonin gen een haalbare kaart .zijn. De eerste twee vragen worden door de Voorzitter bevestigend beantwoord. Ten aanzien van de huren van de woningen merkt de Voorzitter op, dat er op dit moment al grote animo voor deze woningen is. Het betreft hier gewone premi ewoningen Tot slot merkt het lid Mevr.Krijnen-Boot op, dat haar de vermeende haast in deze ontgaatOok zij had liever eerst de nodige vorm van inspraak gere geld willen zien. Het lid van Engelen zegt, dat ook de bezwaren van zijn fractie zich voornamelijk richten tegen de door het college gevolgde procedure. Spreker geeft graag toe, dat ook hij één van degenen is geweest, die er in het ver leden voor gepleit hebben om in het centrum ook woningen te bouwen. In dat licht bezien zou dit plan best een goed concept kunnen zijn. In technische zin bezien is bij twee woonlagen nog geen sprake van flats. Wat de materie zelf betreft heeft zijn fractie op dit moment niet zoveel problemen, echter wèl ten aanzien van de gevolgde procedure. Geruime tijd ge leden is er reeds bij het intern fractieberaad op aangedrongen om ook voor lopende zaken alsnog een inspraakprocedure te openen. In diezelfde tijd maakten krantenberichten reeds gewag van dit warenhuis. Spreker begrijpt het daarom niet meer, als dit voorstel als een "haastklus" in de raad gebracht wordt. Zijns inziens is dit een vorm van besluitvorming forceren, waarvan hij dacht, dat die enige weken geleden verlaten was. Met klem doet ook hij daarom een beroep op het college om het voorstel terug te nemen, de zaak in een inspraakprocedure te brengen en de Raad niet langer in het ongewisse te laten over wie nu de beleggingsmaatschappij is en wie de ondernemer is, die belang stelling heeft voor het exploiteren van het warenhuis. Om in deze geheimtaal beslissingen te gaan nemen in een tijd van open heid in bestuur, lijkt spreker niet op zijn plaats. De Voorzitter zegt in zijn antwoord, dat er helemaal geen sprake is van een spoedgeval. Reeds meer dan een jaar geleden is dit warenhuis in een hearing met de bevolking besproken. Aan de orde is het feit dat een beleg gingsmaatschappij ter plaatse een warenhuis wil bouwen, doch bezwaar maakt tegen de twee bovenlagen als showrooms. Lettende op het C.I.M.K.-rapport meent het college, dat dat bezwaar terecht is.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1974 | | pagina 188