187
15A. Voorstel tot het in voorbereiding verkla
ren van een herziening van een gedeeltè
van het bestemmingsplan "Centrum 1968"
in verband met de bouw van eên warenhuis.
De Voorzitter licht toe, dat het hier een ingevoegd punt betreft. Het
heeft betrekking op de bouw van een warenhuis op de hoek van de Zuidhaven -
Nieuwe Kerkstraat en Molenstraat. Het bestemmingsplan gèeft ter plaatse aan
winkels met daarboven twee lagen showrooms. Aan de hand van opgedane erva
ringen en verkregen inzichten wil het college de Raad voorstellen om in af
wijking van het bestemmingsplan beneden wel winkels, maar boven in plaats
van showrooms twee lagen woningen te bouwen. Na veel zoeken, besprekingen en
onderhandelingen heeft het college een belegger gevonden, die beneden een
warenhuis wil bouwen en daarboven een 14-tal woningen. Het college is van
oordeel, dat het een goede zaak is op deze wijze in het centrum woningen te
creëren. Inzake de vestiging van ondernemingen in het centrum heeft het gemeen
tebestuur zich laten leiden door C.I.M.K.-onderzoekingen. De uitslag van dat
onderzoek wordt erg serieus genomen. Belangrijke afwijkingen van de visie van
het C.I.M.K. terzake worden niet wenselijk geacht. Het C.I.M.K.-rapport leert
ons, dat een warenhuis op die plaats als trekker voor die zijde van het haven
gebied nog niet verantwoord is. Met uitbreiding aan die zijde van de gemeente
moet voorzichtigheid worden betracht, afhankelijk van de%rëei van de gemeente.
Met een "trekker" roept men de loop van de ene zijde van het winkelgedeelte
naar het andere in het leven. Hiermede wordt gehandeld overeenkomstig de
visie van het C.I.M.K. Dit wordt straks ook gedaan bij het winkelcentrum in
Krooswijk. Voorop staat ook, dat het eigenlijke winkelen in het centrum
moet plaats vinden. Daar kan op het ogenblik nog uitbreiding plaats vinden
met dat warenhuis. Wanneer dat gerealiseerd zal worden, zal men in Zevenber
gen een groot aantal winkeliers ontmoeten, die dit toejuichen, terwijl een
beperkt aantal dat gevaarlijk voor hun eigen zaak zullen vinden.
Verder zijn er meerdere leden uit Uw Raad, zo gaat de Voorzitter verder,
die er meermalen op hebben aangedrongen om het centrum niet verder te ont
volken, doch het wonen daar te bevorderen. Met dit plan meent het college
een bijdrage te leveren tot het bewoond houden van het centrum.
Tot slot wijst de Voorzitter nog op de financiële zijde van de sanering,
namelijk de rijksbijdrage, die wordt ontvangen na de sloop, alsmede ook het
renteverlies, dat optreedt bij de niet-uitgifte van de grond.
Het lid Gerla zegt in het midden te willen laten of het plan goed of
slecht is. Hij heeft gewoon een aantal bezwaren van procedurele aard. Dit
voorstel wordt op tafel gebracht, alsof het een spoedgeval is. Dit verbaast
spreker te meer, omdat het college blijkbaar al een kant en klaar plan
heeft. Bovendien is in de vorige raadsvergadering nog besloten om de betrok
ken groepen uit de bevolking in te schakelen bij de besluitvorming. Dit zou
men ook nog doen bij de lopende zaken. Voor spreker is dit nu zo'n lopende zaak.
Met betrekking tot de opmerking van de Voorzitter over ontvolken bevolkt
houden van het centrum, zegt spreker nog dat in principe hoogbouw voor Zeven
bergen verworpen is. Hieronder verstaat hij dan niet alleen bijvoorbeeld
24-hoog, doch in principe iedere flatbouw. Begint men toch aan zoiets, dan
moet men aan informatie-vooraf komen. Daarna wordt vooraf door de Raad het
profiel bepaald, voordat er een opdracht wordt gegeven.
Al deze punten in ogenschouw nemende zou hij willen voorstellen het
onderhavige punt terug te nemen om alsnog te komen tot een inspraakprocedure.