5Ï. ■■J;:3 n.'.i S*i .1: i ,0..,,y ...ii a%sf3^4i#\ -.■■■ -U.U 1 -.Ini; j:to CX btin ,3b Lib rij'-b ■- To in "J- r i -0:'„ 3 y m'.-j" Uml, -—iM- aea "if J ."O l- 'VO» '1.0 i-.-V .3 ;,Y 4&c'! 'X' V 3.' i:.i -Mute-.' j ue Si 177 Eén van de punten die in die commissie besproken zou gaan worden, is de openbaar heid van die vergaderingen. Zolang men daar geen standpunt over heeft ingenomen, gelooft spreker, dat het niet juist is terug te komen op dat besluit. Zijns inzions moet men zich op dit moment houden aan de gemaakte afspraken. Het lid van Engelen zegt, dat inderdaad het reglement van orde een sta-in-de- weg is. Zijns inziens zou men deze moeilijkheid kunnen omzeilen door niet artikel 42 van het reglement van orde toe te passen, maar door er een raadscommissie ex één van de artikelen 61-64 van de gemeentewet van te maken. Dan zou de voorzitter van de raad wel voorzitter van die commissie kunnen zijn. Daar heeft spreker geen moeite mee, zij het dat anderen misschien zeggen, dat zij zich aan de afspraak willen houden. Die afspraak mag niet zo uitgelegd worden, dat men de voorzitter van de raad op voorhand van het beraad zou hebben willen uitsluiten. Loopt men formeel helemaal vast, dan is spreker bereid om de voorzitter van de raad als toehoorder van die commissie uit te nodigen en vervolgens aan die commis sie te verzoeken deze toehoorder te belasten met de leiding van de commissie. Formeel heeft men dan een andere voorzitter volgens het reglement van orde, terwijl men daarnaast een andere leider voor de discussie heeft. Op deze manier komt men ook niet in strijd met de gemaakte afspraken. De voorzitter vraagt of de raad zich met de zienswijze van het lid van Engelen kan verenigen. Het lid Mevr. Krijnen-Boot zegt bevreesd te blijven, dat de voorzitter in de politiek verwikkeld raakt. De voorzitter antwoordt, dat de formulering van de doelstelling van de commis sie luidt; "belast met het onderzoeken van de werkwijze van het bestuur van de ge meente en het doen van voorstellen tot verbetering van die werkwijze". Spreker meent, dat men elkaar daarin toch moet kunnen vinden zonder onmiddellijk in de politiek te belanden. Het lid Makkihk zegt, dat het amendement van het lid van Engelen uitgaat van een toehoorder. Zijns inziens zou men dan minimaal moeten uitgaan van toehoorders en dan is men al direkt weer toe aan het punt van openbaarheid. Men kan toch be zwaarlijk één persoon als toehoorder toelaten en de rest uitsluiten. De voorzitter vraagt wie zich wel en wie zich niet kan verenigen met het voor stel, zoals dat nu is geïnterpreteerd door het lid van Engelen. Het lid van Engelen vult aan, dat men dat even los moet zien van de openbaar heid. Het lid Makkihk informeert nog of het predikaat "toehoorder" dan wegvalt en de voorzitter van de raad gewoon aan de beraadslagingen zal deelnemen. De voorzitter verduidelijkt nog, dat het alleen om een interpretatie van het lid van Engelen gaat, waardoor de moeilijkheid van art. 42 van het reglement van orde omzeild kan worden. Het lid van Engelen merkt nog op, dat het lid Makkihk op zijn amendement op het voorstel een tweede amendement nodig achtte, namelijk dat -indien de voorzitter van de raad ook voorzitter van de commissie ad hoe zou worden- dan de vergaderin gen van die commissie ook openbaar zouden moeten zijn. In zijn voorstel wordt op interpretatie de voorzitter van de raad eigenlijk voor zitter van de commissie. Met dat amendement Makkink zal wat gedaan moeten worden. Gezien de aard van de opdracht acht spreker openbaarheid van deze commissie voors hands niet gewenst. Na het aflopen van de opdracht van de commissie, in de follow- up dus, acht hij iedereen ontslagen van geheimhouding. Het lid Mevr.Krijnen-Boot onderschrijft de woorden van vorige spreker inzake het niet wenselijk zijn, dat de vergaderingen van de commissie ad hoe openbaar zijn. Op een vraag van het lid Makkihk aan het lid van Engelen antwoordt de laatste, dat de commissie in zijn eerste vergadering iemand anders de voorzitter van de raad als voorzitter zal aanwijzen, die o.a. de convocaties zal verzorgen en verzenden.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1974 | | pagina 177