avis 7 t'.vJ ;rfA)O'1 0\ 'J &'J •:d - f :t;l,v O'S.' Ly j"~ ij, I' 'X xii-v ir:.: JOS'XvX xa.- - "ov\:T-,i.. -v. j ;,t.L vt-'-i i. X'X jiv>. .v., Li lly .yyi.-BB -.-.i"XH »js-j Ssi A O.i. 9.i. X r:.3'l'. iff'. i.h-xno',; L i -iö.i .ij -.vtev-".' .Li.- l. 176 in de Regioraad, het lid Beljaars als plaatsvervanger van het lid Mevr.Krijnen- Boot en het lid Makfcink als plaatsvervangend vertegenwoordiger van het lid van Engelen. Het lid Mevr. Krijnen-Boot brengt naar voren, dat haar fractie zich achter de kandidaatstelling van de vorige spreker schaart. Het lid Krijnen stelt, dat zijn fractie het lid van Engelen als vertegen woordiger en het lid Makkink als plaatsvervangend vertegenwoordiger naar voren wil brengen. Het lid Schipper zegt, dat het lid Beljaars van het lijstje geschrapt kan worden. De voorzitter vraagt het lid Beljaars of deze in het geheel niet beschikbaar is, dus ook niet als plaatsvervangend vertegenwoordiger. Met een plaatsvervangend vertegenwoordigerschap kan het lid Beljaars zich wel verenigen. Hierna vraagt de voorzitter of de leden de kandidaatstelling van de leden Mevr.Krijnen-Boot en Beljaarsals vertegenwoordiger respectievelijk plaatsvervangend vertegenwoordiger als een enkelvoudige kandidaatstelling willen aanvaarden. Datzelfde vraagt hij met betrekking tot de tweede zetel ten aanzien van de kandi daatstelling van de leden van Engelen en Makkink, waarvan de laatste als plaatsver vangend vertegenwoordiger. Dit blijkt het geval te zijn. Aangezien geen schriftelijke stemming wordt verlangd, constateert de voorzit ter, dat de leden mevr .Krijnen-Boot en van Engelen als vertegenwoordiger en de leden Beljaars en Makkink als plaatsvervangende leden in de Regioraad zijn benoemd. Desgevraagd geven alle 4 leden te kennen de benoeming te aanvaarden. s 8a. Het door alle fractievoorzitter gezamenlijk ingediende voorstel tot instelling van een commissie ad hoe, belast met het onderzoeken van de werkwijze van het bestuur van de ge meente (raad, raadsleden, commissies) en het doen van voorstellen tot verbetering van deze werkwijze. De voorzitter zegt, dat in genoemd voorstel gesuggereerd wordt de commissie te laten bestaan uit de raadsleden Trompers, Kamp, Schipper, Gerla, Makkink en van Engelen en dat de commissie terzijde zal worden gestaan door enige ambtenaren, die door Burgemeester en Wethouders zullen worden benoemd. De voorzitter stelt verder, dat hij het in principe op prijs zou stellen, indien de voorzitter van. de raad ook voorzitter van deze commissie ad hoe zou zijn. De voorzitter van de raad is immers belast met de hele werkwijze in en om de raad. Spreker zegt, dat hij dit uitsluitend de raad in overweging wil geven. Het lid Makkink stelt, dat bij de beraadslagingen over dit punt was afgespro ken dat de voorzitter van de raad niet in de commissie ad hoe opgenomen zou worden, daar men hem niet wilde belasten met mogelijke politieke aktiviteiten. Desalniet temin zou spreker zich met een voorzitterschap van de commissie ad hoe door de voorzitter van de raad kunnen verenigen, indien de raad zou besluiten de beraad slagingen in die commissie in het openbaar te doen plaats vinden. Het lid Gerla merkt op, dat bij de voorbespreking van dit voorstel ook het voorzitterschap ter sprake is geweest. Men dacht toen aan een neutraal iemand voor het voorzitterschap. Men ging er toen van uit, meneer de voorzitter, dat die neutrale houding zoudt willen aannemen. Men wilde U echter niet in moeilijkheden brengen door dat voorzitterschap aan te bieden. Bovendien vraagt spreker zich af of de voorzitter van de raad voorzitter van een commissie ad hoe kan zijn, als hij let op het bepaalde in de artikelen 42 en 43 van het reglement van orde.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1974 | | pagina 176