153
Om dat uitgangspunt mogelijk te maken, voelt zij wel voor subsidiëring
van dit werk. Met name het naar de mensen toegaan is haars inziens iets
unieks in het vormingswerk#
De Voorzitter maakt het lid Mevr.Krijnen-Boot erop attent, dat zij het
is geweest, die deze vergadering nog heeft gesproken over de overschrijding
van de kasgeldnorm.
Het lid Beljaars is de mening toegedaan, dat dit werk een allerdank-
baarste werkverschaffing voor hobby-isten is. Spreker gelooft, dat men door
de bomen het bos niet meer ziet. Enkele proefprojecten van deze club zijn
onder andere de tweede nationale luchthaven, bibliotheek en kadervorming
bestuursleden van vrouwengilden. Wat dat laatste betreft hoeft dit voor hem
al helemaal niet, als het vrouwen betreft, die al bijvoorbeeld tot hun 25e
jaar naar school gegaan zijn. Voor vrouwen uit bepaalde sociaal lagere
milieus (arbeidersvrouwen) zou iets dergelijks wel een zeker rendement kun
nen afwerpen. Op een gegeven moment moet men kunnen onderscheiden wat moge
lijk en betaalbaar is. Spreker gelooft, dat er vruchtbaardere zaken zijn dan
het extra-muraal werk, waaraan op dit moment geld besteed dient te worden.
Het lid van Engelen heeft erg veel moeite met de terminologie "hobby
isme die het lid Beljaars heeft gebezigd. Het opvijzelen van de werkende
mens is een taak, die uitgerekend niet door hobby-isten en niet door alleen
maar enthousiasme van mensen kan worden vervuld. Het is te vergelijken met
de sociale wetgeving. De eerste sociale daden werden door charitatieve inzet
van werkgevers gedaan. Daarom waren deze ook fout, niet zo zeer als daad,
maar wel als ontwikkeling, omdat men vanuit de rechtspositie als arbeider op
de charitas van de andere kant was aangewezen. Zo ook dit werk. De permanente
opvoeding van de mens, genoemd door het lid Mevr.Krijnen-Boot, kun je niet
alleen maar in de vrije tijd en met een grote dosis enthousiasme gaan doen.
Dit werk wordt ook geprofessionaliseerd. Dat is een complex van ontwikkelingen
die men aantreft in sociaal-kultureel werk, in vormingswerk voor jongvolwas
senen en in partiële vormingsplicht van werkende jongeren. Spreker weigert
dat met hobby-isme af te doen. Een en ander brengt spreker desalniettemin tot
een positieve beoordeling van het verzoek, dat thans voorligt. Dat is een
andere zaak. Binnen die ontwikkeling moet men iedere concrete vraag op zijn
merites van maatschappelijke relevantie beoordelen. Die maatschappelijke
relevantie is in casu de vraag of er inderdaad lege plakken zijn, die niet
anders opgevuld worden of opgevuld kunnen worden. Dat is de vraag waarvoor
wij staan. De doelstellingen van het extra-muraal vormingswerk beziende,
meent spreker nee te moeten zeggen tegen verlening van subsidie, aangezien
dit niet de juiste ontwikkeling is in het totale kader, een ontwikkeling die
nog teveel drijft op het engagement van enkelen. In dit werk zijn te weinig
structuren aanwezig, die de continuïteit en de lijn dienen te waarborgen.
Dat mist spreker hierin. Daarom zegt zijn fractie neen tegen dit subsidie
verzoek, daarbij duidelijk aantekenende, dat dat op hele andere gronden is
dan het nee van het lid Beljaars.
Het lid Mevr.Krijnen-Boot zegt met hetzelfde recht het betoog van het
lid van Engelen te kunnen aanvechten, als deze het betoog van het lid Beljaars
heeft aangevallen* Het lid van Engelen kan prachtige verhalen ophangen over
structuren, maar daarbij mag men haars inziens niet uit het oog verliezen,
dat alles toch een keer simpel opgezet begonnen moet zijn.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten conform het voorstel
van burgemeester en wethouders.