-V: t..-7 Li,
■:viZ I',
'.K
3.h<" oi: ''-'S - fib i"
i
tot,a
i r'o f
V
o
,y. j-r
i -2
e>ii
127
Het lid Beljaars herhaalt, dat hij het niet eens kan zijn met de geboden
prijs.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
8i Voorstel tot wijziging van de bezoldigings
verordening 1967 naar aanleiding van de
circulaire van de Minister van Binnenland
se Zaken dd.6 februari 1974 en van de
brief van Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant dd.23 januari 1974.
Het lid Mevr.Krijnen-Boot zegt gezien te hebben, dat het college graag
de rang van adjunct-direkteur van gemeentebedrijven ingevoerd zag met daar
aan verbonden een salaris van het maximum van de wedde van technisch hoofd
ambtenaar A, vermeerderd met 5$ van de maximum wedde van de direkteur en
ingepast in de rijkssalarisreeks. Spreekster stelt, dat er onlangs moeilijk
heden zijn geweest met de optrekking van het salaris van de direkteur. Zij
vraagt zich af of er nu geen gevaar bestaat voor soortgelijke moeilijkheden.
Desgevraagd antwoordt de Secretaris, dat natuurlijk altijd de mogelijk
heid aanwezig is, dat Gedeputeerde Staten bezwaren maken. Voor zover thans
bezien kan worden past het volledig in de inpassing, die toegepast moet
worden volgens de richtlijnen van de commissie ïïbink, waar men nog steeds
voor staat. Er mag een interpolatie toegepast worden volgens bepaalde per
centages. Dit is een heel andere regeling dan de regeling van het salaris
van de direkteur.
Het lid Mevr.Krijnen-Boot vraagt of zij een en ander niet moet zien
als het kunstmatig creëren van een functie, waardoor betrokkene een hoger
salaris krijgt.
De Secretaris antwoordt, dat burgemeester en wethouders destijds hebben
gezegd, dat na verloop van tijd beoordeeld zou worden wie van de twee hoofden
van dienst uiteindelijk als de adjunct-direkteur zou worden aangewezen. Die
keuze is nu gevallen.
Terugkomende op de kwestie van de commissies vraagt het lid Beljaars of
een dergelijke kwestie ook in de commissie bedrijven is geweest. Hij heeft
hierover in het verslag niets gezien.
Verder vraagt hij of het niet mogelijk is een opzet te krijgen van per
soneel en functies van de secretarie en gemeentewerken. De raad ziet daar
buiten de begrotingscijfers nooit iets van. Ook vraagt hij zich af of een
en ander niet een kunstmatige functievorming is.
De Secretaris antwoordt, dat hij nog niet zo lang geleden een vrij uit
voerig rapport heeft geschreven over de gemeentelijke organisatie, dus zowel
van de secretarie als van alle takken van dienst. Dat stuk is ook in de raad
aan de orde geweest. Overigens brengt dit voorstel geen verandering in de
organisatie. Zowel de afdeling bouwkunde als de afdeling weg- en waterbouw
heeft een hoofd van dienst. Het hoofd van de afdeling weg- en waterbouw wordt
nu belast met het adjunct-direkteurschap. Tot op heden fungeerden beide
hoofden bij afwezigheid van de direkteur als waarnemer en wel voor zover het
zaken betrof, die op de betreffende afdeling betrekking hadden. Dit had dui
delijk een tijdelijk karakter. Voorheen kende Zevenbergen ook reeds deze
functie.
Het lid Beljaars zegt te begrijpen, dat de organisatie voor de Secreta
ris een doodgewone zaak is. Hij zit er iedere dag midden tussen in. Voor
spreker ligt dat heel anders.
tl