109 (Zevenbergen en Waalwijk) hebben het verzoek afgewezen. Hier nu ligt de kwintessens van zijn vraag. Het gaat over de periode van 1 april t/m 17 mei, de zaterdag, zondagen en feestdagen daarbij nog uitgezonderd. Er wordt dus wel dege lijk rekening gehouden met de mogelijkheid tot het houden van wedstrijden. Als een landbouwer vergif strooit ter bestrijding van o.a. duiven, dan staat de ge hele wereld in brand. Men moet echter ook rekening houden met de belangen van de landbouwers. Met name zouden z.i. de verwilderde postduiven bij de C.H.V. maar eens opgeruimd moeten worden. Het lid Siereveld wil de ernst van de zaak onderschrijven. Door de duiven wordt jaarlijks een ontzettende schade aangericht. De Voorzitter zegt hiervoor wel begrip te hebben, maar het college meent, dat men er met een ophokplicht alleen niet is, gezien het zeer grote aantal wilde duiven. Het lid Wijne zou de zaak toch wel anders willen stellen. Het gaat in eerste instantie niet zo zeer om al of niet veel schade. Als er echter een ophokplicht is, dan weten de landbouwers, wanneer zij op duiven mogen schieten. De Voorzitter antwoordt, dat -als de Raad een ophokplicht wil- het college er geen enkel bezwaar tegen heeft om het probleem nog eens opnieuw te bezien. Naar de inlichtingen, die zijn ingewonnen, zeggen Burgemeester en Wethouders, dat het geen effect heeft. Als de Raad argumenten aanvoert, dat ean ophokplicht wel degelijk effect zal hebben, is het college bereid de zaak opnieuw in studie te nemen. Wethouder Trompers meent, dat -als een ophokplicht zou worden ingevoerd- men dan ook de verwilderde duiven zou moeten opruimen. Het lid Mevr. Krijnen-Boot stelt, dat de duiven bij de aanvang van het vlieg- seizoen toch getraind zullen moeten zijn. Daarnaast is haar bekend, dat duiven melkers hun duiven met gevulde kroppen het land insturen, omdat men weet, dat men anders het risico van vergiftiging van hun duiven loopt. Het lid van Engelen heeft vooral problemen met de laatste conditie van wet houder Trompers. Bij het afschieten van alle wilde duiven dienen zijns inziens eerst toch wel de milieu-technische en/of ecologische aspecten daarbij te worden betrokken. Zou daardoor het biologisch evenwicht worden verstoord, dan zouden wel eens op andere punten narigheden kunnen ontstaan, b.v. een insectenplaag. Goede voorlichting daaromtrent is zijns inziens noodzakelijk. Hierna stelt de Voorzitter de tweede schriftelijke vraag van het lid Beljaars aan de orde. Die vraag ging over de naamaanduiding van een plaatselijke politieke groepering, Voorspraak '74. De vraag van het lid Beljaars houdt eigenlijk in of daarbij alles wel reglementair verlopen is. Namens die politieke groepering is er contact met de gemeentesecretarie geweest met de vraag, wanneer de datum van de kandidaatstelling was. Doorgegeven werd, dat dat 16 april zou zijn. Er is niet ge vraagd naar de datum van de indiening van de aanduiding van politieke groeperingen boven kandidatenlijsten. Een hernieuwd contact wees uit, dat die datum al lang verstreken was, zodat de naamaanduiding Voorspraak '74 als zodanig niet meer moge lijk was op het stembiljet, zoals dat dadelijk er zal gaan uitzien. Alles is vol komen volgens de regels gelopen. Hierna wordt ten aanzien van het agendapunt ingekomen stukken en mededelingen besloten conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 5. Voorstel(len) tot verkoop van bouwterrein. Ten aanzien van bijlage 32 (verkoop grond aan Luijten) zegt het lid Mevr. Krijnen-Boot enige moeite te hebban met de prijs van f 100,per m2. Deze ver koop zou reeds eerder aan de orde zijn geweest, maar toen ging het om een aanmerkelijk lager bedrag.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1974 | | pagina 109