IP
i
-9-
De Voorzitter stelt heel nadrukkelijk, dat nog niet eens verondersteld
mag worden, dat deze zaak niet menselijk behandeld is, waarop het lid van
Engelen repliceert, dat een relatie huisjesmelker/huurder een geheel andere
is dan die van vader/zoon.
De Voorzitter is dit niet met het lid van Engelen eens, als men het
heeft over een eigenaar van een woning en de huurder van een woning. Deze
woning had net zo goed van een ander dan van zijn vader kunnen zijn.
Het lid Beljaars kan er in komen, als de heer van Engelen stelt, dat
voor betrokkene in dit geval het verschil wel degelijk aanwezig is.
Van Proper is het dus begrijpelijk. De moeilijkheid voor het Industrie
schap is, dat -als men een toevallige relatie van vader/zoon treft- men bij
deberekening van de vergoeding met deze relatie geen rekening kan houden.
De Voorzitter kan het eens zijn met de motivering van het lid Huijssoon,
dat er niet genoeg gelegenheid is geweest om zich in deze zaak te verdiepen
Dit argument vindt hij steekhoudend om de zaak aan te houden. Als men stelt,
dat de zaak niet goed en niet menselijk is behandeld, vindt hij dit totaal
geen argument om de zaak aan te houden. De Voorzitter vraagt derhalve met
nadruk of men vindt, dat er onvoldoende gelegenheid is geweest om de zaak te
bekijken.
De meerderheid is. deze mening toegedaan.
De voorzitter constateert, dat over veertien dagen op deze zaak wordt
teruggekomen.
Het lid van Engelen vult aan:"Met vergelijkende informatie".
De Voorzitter bevestigt dit.
Het. lid Schipper vraagt aan de voorzitter -tevens in de hoedanigheid
van voorzitter van het Industrieschap- om in die veertien dagen in ieder
geval via de geëigende weg met deze man nogmaals contact op te nemen. Als
hij werkelijk in billijkheid niet bereid blijkt tot medewerking, dan is
spreker bereid de gevraagde volmacht te geven.
De Voorzitter concludeert, dat aldus is besloten.
6. Sluiting.
De Voorzitter sluit de vergadering met het bij reglement van orde voor
de vergaderingen van de raad voorgeschreven gebed.
MrPhJ&efjnder s
.e S&ei'etaris,
imiesen
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 23 januari 1973
de Voorzitter,
o:E;t:IK;c:
82/90-73-(25+2hn)