fl Antwoord van Burgemeester en Wethouders; "Voorop wordt gesteld, dat het uiteraard niet mogelijk is alle facetten van deze aangele|enheid dezerzijds voldoende te kunnen beoordelen. Wij zijn uiteraard voor stander van behoud van het kraamcentrum voor Zevenbergen en omgeving" 2. "Is het College niet met deze huisartsen van mening dat bij de reorganisatie van de kraamzorg ten onrechte is verzuimd inspraak te geven aan de direct betrokkenen, i.e. huisartsen, verloskundigen, kraamverzorgsters?" Antwoord van Burgemeester en Wethouders; "Inspraak van alle betrokkenen bij een dergelijke zaak is zeer zeker van belang. In hoeverre het Wit-Gele Kruis inspraak heeft geboden is ons niet bekend". 3. "Is het College niet van mening dat het geheel van maatregelen, cumulerend in de opheffing van het zo centraal in het bedieningsgebied gelegen kraamcentrum Zeven bergen, ten gevolge zal hebben, dat deze tak van gezondheidszorg in toenemende mate verder van de cliënten komt af te staan, waardoor de kraamzorg niet meer afgestemd op de behoeften van de gezinnen kan worden verleend en bevallingen steeds meer in klinieken zullen plaatsvinden?" Antwoord van Burgemeester en Wethouders; "Een oordeel over de hier aan de orde gestelde problematiek moeten wij aan des kundigen overlaten". De voorzitter vult hierbij aan, dat hiermede bedoeld wordt te zeggen, dat men niet moet denken, dat bevallingen tot nu toe in dat kraamcentrum plaats vonden, maar dat vanuit dat kraamcentrum begeleid, gecoördineerd en gestuurd werd. Of het coördineren en begeleiden vanuit een ander centrum het effect zal hebben als in de vraag gesteld, dat veimogen wij niet te beoordelen, aldus spreker. 4. "Betreurt het College een dergelijke ontwikkeling niet en is het College bereid een uitspraak van de Raad over het behoud van het kraamcentrum Zevenbergen bij de betrokken instanties met klem te verdedigen?" Antwoord van Burgemeester en Wethouders; 'Wij stellen ons op het standpunt, dat primair de leden van het Wit-Gele Kruis zich hierover zullen moeten uitspreken. Overigens kan interpellant hierover een uitspraak van de Raad vragen". Het lid Huijssoon zegt over deze aangelegenheid niets bij de stukken te hebben gezien. Hij heeft van een en ander via de pers kennis genomen. Hij zou het nut tiger hebben gevonden, als de raadsleden van de vragen op de hoogte waren ge weest, zodat zij zich hadden kunnen voorbereiden, o.a. over organisatie en kosten van het kraamcentrum. De voorzitter antwoordt, dat de vragen zijn gedateerd op 21 juni en zijn binnen gekomen op vrijdag 22 juni. Hierna volgen de zaterdag en de zondag. Het College meende recht te moeten doen aan de vraagsteller door in de eerstvolgende raads vergadering de zaak met veel urgentie te behandelen. Het lid Mevr.Krijnen—Boot zou het prachtig vinden om een dergelijk centrum hier te kunnen houden. De vraag rijst echter, welke financiële gevolgen dat zou kunnen hebben voor de cliëntelen. De voorzitter stelt hierop, dat dat een aangelegenheid is, die behoort tot het beleid van het bondsbestuur van het Wit-Gele Kruis. Het lid Beljaars sluit aan bij de woorden van de vorige spreekster. Ook voor hem is het een duidelijke zaak, dat het steeds duurder worden van de kraamhulp tot deze stap heeft geleid. Spreker zou er overigens geen bezwaar tegen hebben om eventuele stappen van de Raad tot behoud van dit kraamcentrum -als dit in het belang van de volksgezond heid is- te steunen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1973 | | pagina 99