G 97 De direkteur van het Industrieschap is op geen enkele wijze met de normale ontslagprocedure te benaderen. Er is geen enkele normale ontslagreden aanwezig. Wanneer het bestuur het dan toch op prijs stelt om tot een nieuwe direktie te komen, dan moet men helemaal in overleg met die direkteur bepalen hoe men dit ont slag kan bereiken. Het lid Schipper wil nog even terugkomen op de woorden, die zijn geuit aan het adres van de heer Vlak. Spreker zegt als lid van de Raad van Bestuur destijds zijn bedenkingen te hebben gehad tegen het adviseurschap van de heer Vlak. Ik ben daarna in de financiële commissie gekomen. Hier heb ik mogen ervaren, hoe de heer Vlak de zaken aanpakt. Ik durf nu zelfs te stellen, dat ik de heer Vlak één van de weinige goede werkers van het bureau van het Industrieschap vindt, aldus sprekers. ^*iakgnV10'^' een aarL"kal weken geleden heeft medegedeeld, dat hij een aan tal vJerrs aan de orde zou willen stellen. Hij heeft dit destijds gezegd als een hint aan Burgemeester en Wethouders, omdat zijns inziens da zaken, die nu aan de orde zijn, wat minder weerstand ondervonden zouden hebben, als aan zijn tip gehoor gegeven was. Spreker gelooft, dat de suggestie van het lid van Engelen om regelmatiger opening van zaken te geven over het Industrieschap, van essentieel belang is voor de Raad, die uiteindelijk medeverantwoordelijk is voor de financiële gang van zaken bij het Schap. Ingaande op de opmeikingen van het lid van Engelen met betrekking tot de in formatie-avond, die is gehouden op 22 mei, stelt de voorzitter, dat dit lid deze avond karakteriseerde als een enorme deceptie. Hij zou ervaren hebben, dat het totale onderwerp wat zwevend was. Spreker stelt daar tegenover, dat het College mondelinge en zelfs schriftelijke reacties hebben bereikt over het succes van deze avond. Dit hangt dan samen met de bedoeling van deze avond, namelijk het verstrek ken van informatie over de plannen en de richting, waarin wordt gedacht, waarbij werd gevraagd meningen van instemming, van afkeuring, van 'kritiek kenbaar te maken. Naar de mening van het College is dit wel gelukt. Wanneer een bepaald plan in een voim komt, waarin het kan worden aangeboden, zullen wij -doorgaande op de weg, die is ingeslagen- voortgaan, aldus spreker. Ondanks of misschien wel dankzij alle kritiek, die op die avond is gegeven, was het College na afloop van mening, dat het toch een goede avond was. De waarde van zo'n avond is er in gelegen, als de gemaakte opmeikingen, die ook zullen worden doorgegeven aan de stedebouwkundige, zijn ver welkt. Zodra in de toekomst een vlekkenplan gereed zal zijn, zullen opnieuw derge lijke avonden worden belegd. Dit zal geschieden in een stadium, dat er nog te praten valt. Op de vraag met betrekking tot het verschil in verkoopwaarde van identieke woningwetwoningen, stelt wethouder Trompers, dat dit mogelijk op waarheid berust, doch dat hij over meer concrete gegevens zal moeten beschikken. De mogelijkheid bestaat namelijk, dat in die tussentijd de regeling geheel is gewijzigd. Kon men eerst een woningwetwoning overnemen op taxatiebasis, thans wordt uitgegaan op basis van vervangingswaarde tegen vastgestelde indexcijfers. Bovendien zijn er nog andere faktoren, die in de loop der tijd zijn gewijzigd. Wij moeten ons hou den aan de voorschriften van het ministerie. Hierna brengt de voorzitter de vragen naar voren, die zijn binnengekomen van het lid van Engelen op grond van artikel 35 van het reglement van orde. Hij leest deze vragen voor. 1"Hoe staat het College van Burgemeester en Wethouders tegenover het standpunt van huisartsen uit de regio met betrekking tot de herziening van de regio nale indeling van kraamzorg, zoals dit per schrijven van 14 juni j.l. aan de Provinciale Beleidscommissie is medegedeeld en waarvan het College een af schrift heeft ontvangen?"

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1973 | | pagina 98