94
Notulen van de vergadering van de gemeenteraad op 26 juni 1973, des namiddags om
7.30 uur ten gemeentehuize.
Aanwezig de leden: B.A.Ooijen, J.A.Siereveld, C.P.A.Goverde, C.J.Vissers, A.A.M.
Wijne, Mevr. P.J. Kzijnen-Boot, C.J.Trompers, G.H.Kamp, H.G.
Beljaars, G.A.Krijnen, P.J.M.van Engelen, J.B.Biemans, J.J.
den Biggelaar, S.J.Schipper, C.Huijssoon.
Voorzitter: Mr.P.Reijnders
Secretaris: J.A.A.van der Smissen.
1Opening.
De voorzitter opent de vergadering met het bij reglement van orde voorge
schreven gebed.
2. Loting volgorde bij stemmingen.
Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nr. 2 van
de presentielijst, zijnde het lid Siereveld.
3. Notulen van de vergadering van 8 mei j.l.
Het lid Mevr. Krijnen-Boot zegt geen opmerkingen op deze notulen te hebben,
doch wel op het verslag van de commissie onderwijs en welzijnszorg.
In die vergadering is door haar de suggestie gedaan om een enquête te houden onder
de bezoekers van het concours-hippique, teneinde te kunnen vaststellen of er een
relatie bestaat tussen de kermis en het concours-hippique. Daarbij werd gesteld,
dat het concours-hippique niet los genaakt kan worden van de kermis-woensdag.
Achteraf blijkt, dat deze informatie niet juist is, omdat het concours-hippique
gehouden wordt op donderdag.
Het lid Huijssoon zegt, dat de voetbalverenigingen een schrijven hebben gehad,
dat het concours-hippique dit jaar zal worden gehouden op zaterdag, 25 augustus.
Het lid Wijne brengt naar voren, dat het pony-concours op zaterdag wordt
gehouden en dat het concours-hippique, dat anders 's woensdags werd gehouden, nu
zal plaatsvinden op donderdag i.v.m. een groot concours-hippique, dat op woensdag
te Groningen zal plaats vinden.
Het lid Mevr. Krijnen-Boot concludeert hieruit, dat het in de betreffende
commissie gegeven antwoord niet juist is, zodat zij alsnog aandacht vraagt voor
haar suggestie.
De voorzitter antwoordt, dat het gemeentebestuur eerst een gesprek zal houden
met het organiserend comité. Wat wij nu horen, was ons niet bekend,aldus spreker.
Het lid Huijssoon merkt naar aanleiding van het verslag van de commissie voor
gemeentebedrijven (punt 5, laatste alinea) op, dat hierin staat, dat de comm-i ssie
zich afvraagt, of aan de kopers wordt medegedeeld, dat de zgn. veiklaringen van
geen bezwaar op de bouwplannen moet worden verkregen van het provinciaal bestuur.
Zijns inziens zou de redaktie van deze zinsnede moeten luiden, dat de comn-n asie
heeft gesteld, dat deze kopers medegedeeld moet worden, dat eerst een dergelijke
verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten moet afkomen, voordat men
kan gaan bouwen.
Het lid van Engelen zegt naar aanleiding van de notulen van de raadsvergade
ring van 8 mei 1973, waarin op blz. 92, 7e alinea van boven staat, dat wethouder
Trompers nog even ingaat op enkele opmerkingen van het lid Schipper, inzake de
bermenkwestie, dat hij liever zou hebben gezien als ook genotuleerd zou zijn, wat
wethouder Trompers daarover heeft gezegd.
