90 Het lid Schipper blijft bij zijn redenering, dat men dan afhankelijk is van een momentopname, waarop wethouder Kamp stelt, dat dat van jaar tot jaar wordt bekeken. Het lid Schipper meent, dat de aanstelling van vakleerkrachten veel voordelen biedt, omdat de andere leerkrachten dan meer mogelijkheden hebben om ander werk te doen, dat momenteel veel buiten schooltijden moet gebeuren. Bovendien heeft een gewone leerkracht een opleiding genoten om algemene vorming te geven, en niet om een specifiek vak te doceren. Een vakleerkracht is z.i. een specialist op zijn of haar terrein. In dat licht bezien vindt hij, dat een school als die te Zeveriberg- schen Hoek te kort wordt gedaan. Wethouder Kamp antwoordt, dat door de Inspekteur net andersom wordt gerede neerd. De betreffende leerkrachten met de akte K hebben deze akte gehaald om dat vak te geven. Een school, die dergelijke leerkrachten niet heeft, moet op een andere wijze geholpen worden. De voorzitter zou in enigermate de vergelijking willen trekken met de situa tie, zoals die is geweest met de gymnastiekleraren, n.l. de ombuiging van vakleer krachten naar jongere onderwijzers met eventuele aantekeningen op dat gebied. Het lid Mevr.Krijnen-Boot merkt op, dat men zich ook kan afvragen, wat voor de leerlingen het beste is: hun eigen onderwijzer of onderwijzeres dan wel een specialist Het lid Schipper vindt vooral ook belangrijk, dat zijns inziens aan bijscho ling van de onderwijzers of onderwijzeressen met een aantekening niets wordt ge daan, hetgeen bij vakleerkrachten wel het geval is. Op dit vlak zijn de andere twee scholen bevoordeeld. Wethouder Kamp zegt aan te nemen, dat de Inspekteur over deze aangelegenheid met het hoofd der school heeft gesproken. Het lid Schipper antwoordt, dat uit het feit, dat hij hierover vragen stelt, blijkt, dat men met de gang van zaken niet helemaal tevreden is. Spreker vindt overigens, dat de meeste gemeentebesturen teveel bepaalde zaken op dit gebied mo tiveren met het advies van de Inspekteur. Hij wil de deskundigheid van deze functio narissen niet aanvallen, doch ook zij zijn mensen. Het lid Beljaars zegt wel iets te kunnen voelen voor de redenering van het lid Schipper, maar zijns inziens wordt het toch wel heel moeilijk, als raadsleden zich niet kunnen verlaten op het advies van een Inspekteur. Het lid Mevr.Krijnen-Boot meent uit het geheel wel de indruk te krijgen, dat de Inspekteur de zaak zuinig heeft willsn houden. Het lid Huijssoon zegt naar aanleiding van de opmerking van het lid Schipper, als zou de Raad de mening van een Inspekteur maar klakkeloos slikken, dat reeds eerder bij de vaststelling van een bedrag ex artikel 101 der L.O.-wet afwijkend van de normen van die Inspekteur is besloten. De voorzitter stelt,dat niet uit het oog mag worden verloren, dat Gedeputeer de Staten zich zonder meer conformeren aan het standpunt van de Inspekteur. Het lid Schipper zou het op prijs stellen, als wethouder Kamp te gelegener tijd dit bij de Inspekteur eens aan de orde zou willen stellen. Het lid Siereveld kan de omstandigheden, waarin Zevenbergschen Hoek verkeert, heel goed begrijpen. Om de indruk van de kerkdorpen van "we hangen er maar aan" te vermijden, voelt ook hij voor het door het lid Schipper gesuggereerde gesprek van wethouder Kamp met de Inspekteur, doch daarnaast het schoolbestuur van Zeven bergschen Hoek daarvan dan ook volledig inlicht. De voorzitter zegt het er helemaal niet mee eens te zijn, dat Zevenbergschen Hoek er maar aanhangt. Men heeft zelfs op Zevenbergen voor, dat er vier onderwij zeressen met K-aantekening zijn. Hierop kan Zevenbergen jaloers zijn.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1973 | | pagina 90