9
85
9. Voorstel tot wijziging van de begrotingen
1973/1973.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van Burge
meester en Wethouders.
10. Rondvraag.
Wethouder Trompers deelt naar aanleiding van een voorwaarde in het raads
besluit van 14 november 1972 tot delegatie van de bevoegdheid tot het voeren van
rechtsgedingen inzake invordering van achterstallige warmtetarieven mede, dat in
middels weer één geval bij de kantonrechter aanhangig is gemaakt. Het betreft hier
een achterstand van f 399,
Van de vorige achterstand is alles binnen op één vordering na. Hiervan is
nog geen uitspraak van de kantonrechter binnen^
Verder deelt spreker naar aanleiding van de door het lid den Biggelaar in de
raadsvergadering van 13 februari J.l. aangesneden bermenkwestie te Zevenbergschen
Hoek mede, dat namens het college aan Rijkswaterstaat om een gesprek hierover is
verzocht. Dit gesprek is van de hand gewezen, omdat het plan, dat op tafel heeft
gelegen volgens de gemeente te duur zou zijn. Rijkswaterstaat gaat uit van
"alles of niets". Bij een gesprek zou mogelijk voorgesteld zijn geworden om de
bermen dan zelf maar te verharden, doch verharding op welke wijze ook is voors
hands vande hand gewezen door Rijkswaterstaat. Het gemeentebestuur staat er
machteloos tegenover. Men zal voorlopig met de huidige toestand genoegen moeten
nemen.
Het lid Mevr.KriJnen-Boot informeert naar aanleiding van de toezegging in
één der begrotingsvergaderingen of het college al een standpunt heeft bepaald
met betrekking tot de instelling van een commissie tot behandeling van bezwaar
schriften ingevolge de Algemene Bijstandswet.
Verder vraagt zij hoe het staat met het aanbrengen van douches in een aantal
woningen aan het begin van de Dr.Ariënslaan. Toegezegd zou zijn, dat dit véér 1
april zou zijn gebeurd.
Op de eerste vraag antwoordt wethouder Kamp, dat er niet is toegezegd, dat
er een dergelijke commissie ingesteld zou worden, doch dat door Burgemeester en
Wethouders bezien zou worden of instelling van zo'n commissie gewenst zou zijn.
Dit laatste is inmiddels geschied. Het college is de mening toegedaan, dat
de privacy in bijstandsaanvragen niet gediend is met een dergelijke commissie.
Het lid Mevr.KriJnen-Boot zegt het bezwaarlijk te blijven vinden, dat men
in beroep bij dezelfde instantie terecht komt als die de oorspronkelijke beslis
sing heeft genomen.
De voorzitter antwoordt hierop, dat dit niet zo ongebruikelijk is. Denk met
name aan bezwaarschriften aan een belastinginspekteur, die ook de aanslag heeft
opgelegd. Men heeft in zo'n geval de mogelijkheid om met nieuwe argumenten te
komen, terwijl men de uitvoerige mogelijkheid heeft om in beroep te gaan bij
Gedeputeerde Staten en later eventueel bij de Raad van State. Op deze mogelijk
heden wordt ook altijd gewezen en soms ook wordt er gebruik van gemaakt.
Ten aanzien van de douchecellen antwoordt wethouder Trompers, dat eerst
globaal de kosten zijn bezien. Daarna heeft men de betreffende personen benaderd
om de instemming tot het aanbrengen van de douches te verkrijgen. Daarbij is ge
wezen op de noodzakelijkheid van huurverhoging. Eén huurder wil wel de douchecel,
doch weigert huurverhoging. Besloten is om deze persoon nog éénmaal schriftelijk
te benaderen. Wijst hij huurverhoging wederom af, dan zal onmiddellijk daarna