65
Ten aanzien van de Algemene Bijstandswet meent wethouder Kamp nog wat duide
lijker te moeten zijn. Er is niet geregeld, dat de huurcomponent zonder meer wordt
ingehouden. Er kan worden ingehouden en er kan worden overgemaakt naar huiseige
naren. Het zou een onzinnige zaak zijn, indien een hijstandgenietende een vergoe
ding krijgt voor verschuldigde huur en deze huur niet afdraagt. Zou men hierop
geen aanspraak hebben, dat is zijns inziens het einde zoek.
Ten aanzien van het behandelen van bezwaarschriften op beslissingen van bij
standsaanvragen wil wethouder Kamp toezeggen of bezien kan worden of dit in han
den van een commissie gelegd kan worden.
De voorzitter merkt nog op, dat thans nog dient, de behandeling van de motie
van Mevr.Krijnen—Boo.t cum suis, die luidt als volgt:
"De Raad van de Gemeente Zevenbergen,
in vergadering bijeen op 30 januari 1973
nota nemende van het zéér sombere beeld van de begroting 1973
zich realiserende de ernstige gevolgen, die de liquidatie van de wijkverwarming
voor de gemeente en haar inwoners heeft
overwegende de belangrijke rol, die de Minister van Volkshuisvesting gespeeld
heeft bij de totstandkoming van die wijkverwarming
besluit stappen te ondernemen bij de eerder genoemde Minister, meer bepaald belet
te vragen, om aldus te trachten de bewindsman te overtuigen van de noodzaak van
steun zijnerzijds en gaat over tot de orde van de dag".
De voorzitter zegt nog, dat deze motie door vijf raadsleden is ondertekend
en dat hij meent te mogen stellen, dat deze door alle raadsleden wordt gesteund.
Dit blijkt het geval, zodat hij constateert, dat de motie is aangenomen.
Hierna wordt overeengekomen, dat de delegatie zal bestaan uit vijf personen,
namelijk van iedere fractie één persoon.
10. Voorstel tot het afdoen van de subsidie
aanvragen voor het jaar 1973, overeenkomstig
hetgeen dienaangaande in de begrotingen 1973
is vermeld c.q. de aantekeningen op de aan
vragen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van Burge
meester en Wethouders.
10vVoorstel tot vaststelling van het bedrag per
leerling ingevolge artikel 101 van de Lager-
onderwijswet 1920 voor het jaar 1973.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten confoim het voorstel van Burge
meester en Wethouders.
10. Voorstel tot wijziging casu quo hernieuwde
vaststelling van de belastingverordeningen.
Het lid van Engelen brengt naar voren straks reeds gezegd te hebben, dat
voor zijn fractie voorwaarde was een aanzet tot goede speelvoorzieningen dit jaar
nog. Het college heeft dat toegezegd. Houdende die toezegging stemmen wij in met
de verhogingen, aldus spreker.