1 (t
-5-
Het integraal in het openbaar vergaderen van raadscommissies levert naar
zijn mening geen wezenlijke bijdrage aan de versterking der democratie, in
tegendeel zelfs, zo meent spreker. Vertrouwvol beraad moet ook in de commis
sievergaderingen kunnen plaats vinden.
Br moet aan het college ruimte zijn om na het afwegen der standpunten
in de commissies een voorstel te wijzigen of terug te nemen zonder gezichts
verlies.
Als een ander argument tegen openbare commissie-vergaderingen voert
spreker aan het achterwege kunnen blijven van bepaalde achtergrondinformatie.
In deze staat zijn fractie achter het standpunt van het college, aldus het
lid Huijssoon. Verder zal het vertrouwelijk beraad verdwijnen en is verstar
ring van standpunten denkbaar. De raadsleden zullen zeer ongaarne terugkomen
op standpunten, die zij in een openbare commissie-vergadering hebben ingeno
men. Spreker is van mening, dat openbaarheid de openheid uitholt en dat open
bare raadscommissies de democratie uithollen.
De Voorzitter zegt, dat het college er niet zo'n behoefte aan heeft om
op dit moment uitvoerig in te gaan op de gemaakte bemerkingen. Burgemeester
en Wethouders hebben het voorstel van de drie raadsleden van een toelichting
willen voorzien, doch vinden dat de rest verder een zaak is van de raad.
Het lid Mevr.Krijnen-Boot zou in tweede termijn willen reageren op eni
ge punten uit het betoog van het lid Huijssoon. Deze heeft onder andere ge
steld, dat er weinig belangstelling bestaat voor de begrotingsbehandeling.
Haars inziens moet worden uitgegaan van het stimuleren van belangstelling.
Bovendien heeft een raadslid het vertrouwen van de kiezers gekregen. Dit
vertrouwen krijgt men haars inziens maar eenmaal. Er moet voor de kiezers
daarom een mogelijkheid zijn om te controleren of een raadslid dat vertrou
wen waard is. Deze controle kan niet geschieden als men zich hult in geheim
zinnigheid.
Gezichtsverlies ziet spreekster helemaal niet zitten, want dan moet
men zeggen, dat commissies geen enkel nut hebben.
De Voorzitter antwoordt, dat hij het eens is met datgene, wat het lid
Beljaars heeft opgemerkt ten aanzien van het onderzoek van de begroting in
afdelingen en de openbare behandeling. Aan die openbare behandeling kan een
onderzoek voorafgaan. Aan dit onderzoek kan ruimere inhoud worden gegeven
door van ambtelijke zijde alle voorlichting en informatie te laten geven,
die maar mogelijk is.
Nogmaals wil hij duidelijk stellen, dat de Raad overigens zelf de be
slissing zal moeten nemen.
Het lid van Engelen geeft toe, dat het onderzoek van een begroting een
andere fase is dan de eindbehandeling, meer ook niet. In die gedachtenwisse-
ling in de commissie van onderzoek wordt een brok informatie aangedragen op
basis waarvan uiteindelijk door de Raad wordt beslist. Om niet alles in de
openbare vergadering te hoeven gaan hernemen, zouden de afdelingsvergaderin-
gen openbaar moeten zijn, want zijn zij dit niet en wordt in de openbare be
handelingsvergadering niet alles herhaald, dan weet de burger niet waarom men
aldus besloot.
Om nu de openbare eindbehandeling van de begroting bij de algemene be
schouwing inderdaad het karakter te geven van hoofdlijnen van politieke
decissies van de Raad, meent spreker, dat de afdelingsgewijze behandeling in
alle openbaarheid plaats moet vinden. En als het lid Huijssoon opmerkt, dat
er zo weinig belangstelling is, dan moet hij zich afvragen, waarom de belang
stelling zo gering is. Voor spreker staat vast, dat zo'n dor, droog boek, de
burger helemaal niets zegt.