m
f
54
Met betrekking tot het citaat van de Burgemeester van Dordrecht zegt spreek
ster op sommige punten zijn standpunt te kunnen delen, o.a. dat moet worden ge
waakt voor een te wilde inspraak en dat er te weinig invloed uitgaat van de Raad
op het beleid van het college. Toch zit er haars inziens een zékere eenzijdig
heid in zijn uitspraak, want hij gaat er dan vanuit dat er allemaal goede Burge
meesters en goede colleges van Burgemeester en Wethouders zijn. Zij begrijpt niet,
waarom er dan zo'n groot verloop van wethouders plaats vindt. Ook begrijpt zij
dan de voorstanders van bestuurlijke centralisatie niet, die stellen, dat de ge
meenten bestuurlijk vaak te eng werken en teveel de lusten willen hebben, maar
de lasten op anderen willen schuiven
Nadrukkelijk stelt spreekster, dat zij niet het standpunt van het lid van
Engelen deelt, dat Zevenbergen gerust een zogenaamde artikel-12-gemeente zou
mogen zijn.
Zij is voorlopig tevreden met de toezegging met betrekking tot de commissies,
alhoewel wel graag op korte termijn concrete stappen tegemoet worden gezien.
Öok wil haar fractie graag spoedig een nieuw voorstel op tafel zien met betrekking
tot het ter inzage leggen van stukken.
Blij is spreekster met de mededeling, dat er naar een vast tijdstip voor de
behandeling van de begroting gestreefd zal worden.
Eveneens blij is zij met de uitspraak inzake het Centrum. Met belangstelling
worden stappen tegemoet gezien om te komen tot instelling van een commissie, die
zich over de problemen inzake het Centrum zal buigen.
De opmerking van de voorzitter met betrekking tot de brandweerkazerne heeft
haar niet overtuigd. Eerst zal duidelijk gemaakt moeten worden hoe het hart van
de gemeente aan de Industrieweg gerealiseerd zal worden. Evenmin hebben de opti
mistische uitlatingen van de voorzitter over het industrieterrein Moerdijk haar
overtuigd. Uit onlangs verkregen informatie is gebleken, dat zelfs de begroting
1973 van het Industrieschap is afgewezen. Er zou een nieuwe begroting moeten
komen. Wel is spreekster verheugd, dat men stappen zal gaan ondernemen om eventu
ele deelname van het Rijk in het Industrieschap te bewerkstelligen.
Ten aanzien van de mededelingen van wethouder Trompers over een sporthal
merkt het lid Mevr. Krijnen-Boot op, dat zij het vreemd vindt, dat hij al zoveel
toezeggingen kan doen, terwijl er in het antwoord van de voorzitter gesproken
wordt over het aantrekken van een afgestudeerde academicus via een rijksregeling,
die moet komen tot het opstellen van een prioriteitenschema.
De sporthal zal haars inziens zéker een onderdeel van dat prioriteitenschema
moeten zijn.
De heer Trompers heeft spreekster verkeerd begrepen, als hij zegt, dat haar
fractie voor een aanmerkelijke verhoging van de hondenbelasting zou zijn.
Dit is duidelijk zo niet gesteld. Gevraagd is naar maatregelen om uitwassen van
het uitlaten van honden te beperken.
Inzake de gemaakte bemerkingen met betrekking tot de vuilnisbelt, heeft
wethouder Trompers weliswaar aangevoerd, dat hij voelt voor een onderzoek naar
alle mogelijkheden om tot een zo economisch mogelijke en milieu-verantwoorde ex
ploitatie te komen, zo gaat spreekster verder, doch hij gaat daarbij niet in op
de suggestie om eventueel de grondstoffen uit te sorteren.
Prettig vindt het lid Mevr. Krijnen-Boot het te horen, dat er een planning
is voor het onderhoud van de gemeentewoningen. Jammer is het, dat deze planning
er niet eerder was, dan zat men nu niet met de lasten van achterstallig onderhoud.
Het antwoord met betrekking tot het salaris van de badmeester heeft er haar
toe gebracht de betreffende post er nog eens op na te checken. Zij blijft bij haar
eerder ingenomen standpunt, dat deze salarissen helemaal ten laste van het zwem
bad komen.