t 1 42 Ve»l raadsleden in ons land (niet in Zevenbergen natuurlijk) zijn dan ook niet opgewassen tegen de taak van een beoordeling van door vakkundige ambtenaren voor bereide voorstellen. Hierdoor wordt de invloed van Burgemeester en Wethouders wellicht te groot. Verder speelt het functieverlies, dat de gemeenteraden onder gaan tengevolge van uniformerende en centraliserende rijksregelingen een rol. De eigen taak van de gemeente verschrompelt en de nadruk komt meer op uitvoering van door het rijk genomen politieke beslissingen te liggen. Hierdoor kan de ge meenteraad dikwijls niet optimaal functioneren. Hierdoor wordt de drang tot in spraak versterkt. De Burgemeester van Dordrecht waarschuwt voor een wilde uitgroei van niet-gecoör- dineerde inspraak, welke een verdere uitholling van de functie van de Raad zou teweeg brengen" Inspraak zie ik niet als een gunst, die men de burgers toekent om protest te voorkomen, inspraak is wel: een middel om achter de volkswil te komen. Bij inspraak gaat het om het scheppen van betrouwbare sonderingsmogelijkheden, die een redelijke zékerheid geven over de wensen van de bevolking, waardoor de ge meenteraad zijn beslissingen meer verantwoord kan nemen. Want de raad blijft be slissen. Op het terrein van de ruimtelijke ordening en naar mijn mening ook op het gebied van de welzijnsvoorzieningen zou deze weg ingeslagen dienen te worden. Dit vereist bij bestuur en ambtelijk apparaat maximale aandacht aan een mentali teit van openheid en bereidheid tot overleg. In dit kader zou ook het groeiend wantrouwen tegen de ambtenarij en tegen de be stuurders bestreden en ontwapend moeten worden. Aan een gecoördineerde inspraak gaan -het zij de sprekers toegegeven- goede voorlichting en informatie vooraf. Ik wil over dit onderwerp eindigen, er is nog veel te doen en te denken op dit gebied. Over de werking van de raadscommissies en de openbaarheid van de commissies verschillen Uw opvattingen en bestaat enige twijfel. Naar mijn mening terecht. Wij kennen commissies van advies en bijstand aan Burgemeester en Wethouders, maar in de praktijk laten wij ze toch nogal eens als raadscommissies functioneren. Ik moet dat de heer van Engelen toegeven. Het College wil gaarne in overleg met alle commissies zich hier nog eens over beraden. Ook de verdeling van onderwerpen over de verschillende commissies verdient onze hernieuwde aandacht. Met name zal de taak van de Commissie voor Algemeen Finan cieel Beheer, Ruimtelijke Ordening en Verkeer met de commissieleden nader bekeken worden. Over de openbaarheid der commissievergaderingen mag ik verwijzen naar het standpunt, dat enkele weken geleden, het College op dit punt heeft gegeven. Het is voor ons geen halszaak, wij raden het af, maar mocht Uw raad in meerderheid tot openbaarheid besluiten, dan adviseer ik U met één commissie een proef van een jaar te nemen. In dit jaar kan dan beoordeeld worden of en in hoeverre de open baarheid aan de kwaliteit van de behandeling te kort heeft gedaan. Mevrouw Krijnen-Boot wil de raadsstukken een week eerder ter inzage gelegd zien. Met betrekking tot zaken, die niet in een commissievergadering behandeld wordBn, zou dit ook wel kunnen. Voor de overige stukken levert de wens grote bezwaren voor de administratie, on danks goede wil van die zijde. Wij willen opnieuw bezien of vroegere ter inzage-legging, b.v. reeds woensdags en donderdags, tot de mogelijkheden behoort. Wat de begroting betreft: de formele aanbieding in de raad en de feitelijke toezending van de stukken zijn algem|e^twee handelingen, waartussen wel een maand kan liggen. De begrotingssamen en feef uitgeven daarvan, plaatst jaarlijks het ambtenarencorps onder grote druk.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1973 | | pagina 42