3. Voorstel van een drietal leden tot wijzi ging van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. Het lid Mevrouw Krijnen-Boot merkt op, dat zij het onbegrijpelijk vindt, dat het college tegen de gevraagde openbaarheid zovele bezwaren heeft. Tij dens de eerste begrotingsbehandeling van deze raad werd -na een drietal be schouwingen- overgegaan tot een gedetailleerde behandeling van de begroting -in een openbare raadsvergadering. Niemand der aanwezige raadsleden had hier tegen bezwaar. Alleen de Voorzitter merkte destijds op, dat het om practi- sche redenen aanbeveling verdiende over te gaan tot een andere gedetailleer de behandeling. Hierin kreeg hij steun van het lid van Engelen,dit echter zeker niet vanuit een oogpunt van openbaarheid. De behandeling van de vol gende begroting 1972) werd in raadsafdelingen gedaan, doch dit was voor het lid Schipper geen beletsel om toch weer met een gedetailleerde behandeling voor de dag te komen. Dit werd afgewimpeld om principiële redenen, namelijk dat gedetailleerde behandeling al had plaats gevonden. Spreekster meent verder in het stuk van het college de nodige tegen strijdigheden te kunnen ontdekken. Er wordt namelijk gesteld, dat een open baar onderzoek in afdelingen het geven van uitvoerige informatie van ambte lijke zijde in een onverantwoorde mate zou belemmeren. Een eind verder in dit stuk staat, dat de raadsleden alle mogelijkheden hebben in details te treden bij de hoofdstuksgewijze behandeling van de begrotingen op 30 januari e.k. Zij vraagt zich af wat het college of bepaalde ambtenaren dan zullen gaan zeggen als een bepaald raadslid toch op bepaalde punten zal terugkomen in de openbare vergadering. Elk raadslid en iedere burger weet, dat het gaat om een openbaar stuk. Haars inziens is het dan ook logisch, als de behande ling in alle facetten openbaar zou zijn. Zij wil de Raad dan ook dringend verzoeken dit voorstel te steunen. Het zou haars inziens een blamage voor de Raad zijn om op dergelijke tegenstrijdige motieven van het college op het gedane verzoek afwijzend te beschikken. De Voorzitter zegt die tegenstrijdigheid helemaal niet te zien, ook niet na het betoog van het lid Mevrouw Krijnen-Boot. Het gaat zijns inziens om de wijze waarop de Raad zijn antwoord krijgt. Bij een behandeling in een beslo ten vergadering kunt U van ambtelijke zijde antwoorden krijgen. U hebt het recht om in een openbare vergadering weer met dezelfde punten en vragen te komen. Hierin kan dus de tegenstrijdigheid niet zitten, aldus spreker. Het lid van Engelen valt het lid Mevr.Krijnen-Boot bij in haar conclu sie van tegenstrijdigheid, want openbare vergaderingen staan het college ook toe om zich door ambtenaren te laten assisteren. Wat het college in de zin heeft is veel erger. U schrijft namelijk, dat die openbaarheid in de afde lingsvergaderingen de informatie van ambtelijke zijde in onverantwoorde mate zou belemmeren, aldus spreker. Hij vraagt zich af wat de raadsleden wel mogen weten, wat de kiezers niet zouden mogen weten. En mochten er in de begrotin gen zaken van persoonlijke aard zitten, dan is ieder raadslid verstandig ge noeg dergelijke dingen niet in openbare afdelingsvergaderingen aan de orde te stellen. Spreker zou nog een fout in de argumentatie van het college willen on derlijnen, namelijk het trekken van een vergelijking met de vergaderingen van burgemeester en wethouders, die ook niet openbaar zijn. Van zijn zijde behoeft geen voorstel verwacht te worden om die vergaderingen openbaar te doen zijn. Een begrotingsbehandeling is -wanneer zij burgemeester en wethou ders is gepasseerd- fundamenteel verder.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1973 | | pagina 3