28 Mijnheer de voorzitter, we zullen dit jaar ons standpunt hard maken en terzake met voorstellen komen het reglement van orde te wijzigen, opdat de gemeenschapsgelden in deze verantwoord worden besteed. Ten overvloede zij vermeld, dat wij vrede hebben met de situatie die bestaat ten aanzien van de sportadviescommissie en de jeugdadviescommissie: dit zijn functio nele commissies, die vooral praten in deze fase dat voorstellen aan de raad door Burgemeester en Wethouders nog geformuleerd moeten worden. Bovendien zitten in deze commissies mensen die wel deskundig geacht mogen worden en is het aantal raads leden beperkt en eigenlijk alleen maar met het oog op de communicatie aanwezig. Merkwaardigerwijs is hier wel van een zekere mate van openbaarheid sprake, terwijl het juist feitelijk wel colleges van advies en bijstand aan Burgemeester en Wet houders zijn. Wij hebben met die openbaarheid geen moeite, mijnheer de voorzitter, maar Burge meester en Wethouders zijn wel bijzonder inconsequent. Inspraak Wij verheugen ons erover, dat het college van Burgemeester en Wethouders des kundigencommissies op andere terreinen ziet als mogelijkheden de burgers meer bij het beleid te betrekken. Zo'n commissie zou moeten worden gevormd terzake van het geheel van het welzijns voorzieningenpakket, ook wel de sociaal-culturele infrastructuur genoemd. Overigens, mijnheer de voorzitter, is niet de formele structuur bepalend voor de mate van inspraak, maar de houding, de principiële bereidheid van het uitvoerende apparaat om de burgers bij het besturen te betrekken. Ondanks de positieve stellingname van het college van Burgemeester en Wethouders zijn wij niet optimistisch, als we ons realiseren, dat nog niets is ondernomen om onze burgers nauwer te betrekken bij de verdere uitbouw van de gemeente, terwijl het stedebouwkundig adviesbureau al plannen in een vergevorderd stadium heeft om onze gemeente naar 50.000 inwoners te tillen. En dat, terwijl statistici alle bevolkingsprognoses aan het bijsturen zijn in neer waartse richting. Ik zei, inspraak is een kwestie van mentaliteit. Wat dat betreft ben ik somber ge stemd, als ik de discussie in de sportadviescommissie herinner. Toen ik daar meer inspraak en meer afweging van factoren bepleitte, zoals we die onder meer terug vinden in het rode boekje van de Nederlandse Sport Federatie en Stichting Recreatie, dat ik de collegae raadsleden onlangs mocht aanbieden, werd van ambtelijke zijde gezegd: we kunnen niet eindeloos blijven kletsen, er moet gebouwd worden. Zo'n reactie doet me denken aan het bestuurslid van de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie dat een atleet die om inspraak vroeg toevoegde: je moet niet lullen maar lopen. In zo'n atmosfeer krijgt inspraak natuurlijk geen kans. Mijnheer de voorzitter, ik mag U misschien dit inspraak-ganzenbord aanbieden. Speel het maar vaak met het college en met enkele topambtenaren, misschien dat de mentaliteit dan helemaal ten goede keert. U ziet in dat ganzenbord, dat hearings niet alleen zaligmakend zijn. Hearings zijn een gevaarlijke methodiek bij inspraak: zij kunnen alleen goed functioneren wanneer de betrokken burgers juiste informatie krijgen. "Juist", betekent in dit verband "verstaanbaar" tevens. Het fiasco van hearings in het kader van de wijkverwarming daar te zoeken, zoals overigens ook mensen van de pers in begeleidende commentaren hebben aangetoond. En omdat wij te weinig onze ingewikkelde zaken vertalen, zodat zij verstaanbaar worden voor de burger, daarom heeft de burger, vrezen wij, zo weinig belangstelling voor het politieke en andere gebeuren op gemeentelijk niveau. Een ter inzage gelegde begro ting is het natuurlijk niet, mijnheer de voorzitter. Een advertentie in een streek blad is het natuurlijk niet.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1973 | | pagina 28