fl
23
Mijnheer de Voorzitter,
Met Uw college prijzen wij ons gelukkig met een veelzijdige en aktieve sport
beoefening, welke echter beperkt kan worden uitgeoefend. Het chronisch gebrek aan
accommodatie9van de laatste jaren zal met vereende krachten moeten worden aange
pakt. Het rapport van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zal niet voor kennis
geving mogen worden aangenomen, Ook sportvoorzieningen behoren in deze tijd tot
primaire eisen voor een gezond leef- en woonklimaat en Uw voorstellen omtrent de
diverse keuzemogelijkheden zien wij met belangstelling tegemoet. De aanleg van een
2e sportpark alsmede de bouw van een sporthal annex overdekt zwembad zijn van es
sentieel belang, waarbij de laatste zeker in een regionale behoefte zal voorzien.
Een volledige atletiekbaan zal deze sport nog meer opgang doen vinden en wij prij
zen ons gelukkig dat de vereniging Groene Ster binnenkort in plan Noord een ver
vangende accommodatie in gebruik kan nemen.
Toch moeten wij bij al deze behoeften op sportgebied opmerken dat de minder roos
kleurige financiële toestand van onze gemeente in de realisering stagnerend kan
weiken. Desondanks mogen wij deze zaken niet naar het tweede plan verwijzen. De
rapporten van de Vereniging vanNederlandse Gemeenten alsmede de adviezen van de
Nederlandse Sportfederatie zullen bij de betreffende departementen zeker hun
waarde kunnen bewijzen.
Mijnheer de Voorzitter,
Evenals vorig jaar vragen wij ons ook nu weer af of de steeds hoger wordende
bijdragen aan de Stichting voor Sociaal Kultureel Werk nog wel ten volle verant
woord zijn. Op het bestaan van deze toch wel in een behoefte voorzienende Stichting
hebben wij geenszins bezwaar maar als wij uit betrouwbare bron vernemen dat de
financiële beheersvoering te wensen overlaat, dan gaan wij twijfelen aan een doel
treffende besteding van deze als subsidie verstrekte gemeenschapsgelden.
Ook met betrekking tot het vormingscentrum 't Hoekske hebben wij onze be
denkingen. U moet ons goed begrijpen, wij verwachten niet dat men daar nog als
naaikransje uit grootmoeders tijd zich "vormt", maar of we in de huidige werkwijze
van dit centrum nog wel van een optimale vorming mogen spreken, zijn wij niet over
tuigd. En wij zijn niet tegen subsidieverlening maar we moeten als gemeente ook
geen Sinterklaas gaan spelen, ondanks het bestaan dan van ministeriële regels.
Want diezelfde hogere instanties geven ook niet thuis bij tekorten op een gemeente
lijke begroting. Dan moeten wij ook onze eigen boontjes doppen. En is het bij deze
2 instellingen ook niet zo, dat zij elkaar overlappende doeleinden nastreven maar
toch afzonderlijk worden gesubsidieerd, waarbij men zich dan ook afzonderlijk
richt tot bepaalde milieus.
Tenslotte hebben wij over het optrekken van de plaatselijke belastingen onze
bezwaren maar wij weten ook, dat een andere keuze zo maar niet voor de hand ligt.
Wij staan telkenjare met de rug tegen de muur en wij kunnen met de voorgestelde
verhogingen meegaan. Alleen met dien verstande dat de nieuwe tarxeven niet uit
komen boven de ministeriële minimumnormen.
Mogen wij als fraktie verder nog de wens uitspreken dat ook in het komende
jaar een ieder van ons als gemeentebestuur daadwerkelijk moge bijdragen aan het
welzijn van onze inwoners. Wij zijn er als fraktie van overtuigd altijd te hebben
gewerkt in het belang van alle gemeentenaren en niet alleen voor bepaalde groepen.
Wanneer wij hiervoor blijven strijden op een eerlijke democratische manier, dan
moeten wij besluiten met te zeggen, dat juist dit nog één van de positieve kanten
is van lokaal besturen, ook in deze verwarrende tijd."
De voorzitter dankt het lid Huijssoon.