it f st r i .1, J ■Vr.; j.?.-..--, r.L- .i i. v. L.i; !'c" i vu:. i T i 'X-: i U'.'v '-jC O.: .u- v. i L ftg ■■i- 'V.iZ I 'i 190 Het lid van Engelen constateert, dat dat nu juist de dwangpositie is, waarin de Raad zit, waarop de Voorzitter antwoordt:"Maar wij ook." Het lid van Engelen kan dan alleen maar concluderen, dat de beleids voorbereiding weer fout is geweest. Het lid Beljaars is het er mee eeng wanneer gestel^0#^ men -als deze subsidiemogelijkheid er niet zou zijn geweest- misschien beter een andere weg had kunnen inslaan. De enige weg nu is om te proberen die subsidie te verkrijgen, eventueel nog wat meer. Dan moet daarna maar de beslissing ge nomen worden of het verantwoord is deze hal te bouwen. Wordt de nu verleende subsidie niet aanvaard, dan zitten we in 1990 nog op een sporthal te wachten. Dit is de enige mogelijkheid, aldus spreker. De Voorzitter stelt voor de discussie over deze zaak te sluiten. Ten aanzien van de vragen over het multifunctionele gebouw wordt het woord gegeven aan het lid van Engelen. Het lid van Engelen zal een aantal persoonlijke feiten, die wellicht aanleiding hebben gegeven tot deze reactie in eerste instantie hier niet aan de orde stellen, dit in verband met het late uur en mede gelet op het standpunt in deze van zijn fractiegenoot Krijnen. Zijn gestelde vragen zijn ingegeven door de bezorgdheid, die ontstond, toen nagenoeg gelijktijdig de leden van de werkgroep multifunctionele accom modaties een uitnodiging kregen voor een gesprek met de werkgroep van de zelfde naam tussen de departementen van Cultuur Recreatie en Maatschappelijk Werk en Onderwijs en Wetenschappen. In die uitnodiging stond de zinsnede: "gezien de grote belangen, die op het spel staan." Daarbij is spreker aan wezig geweest. "Die grote belangen" heeft hij niet anders kunnen zien dan het te verwachten subsidie van de zijde van C.R.M. Het college geeft zelf toe, dat de vorm van integratie van een multifunctioneel gebouw in onderwijsvoor zieningen gekozen is, nadat gebleken was, dat een andere subsidieregeling toegepast zou kunnen worden. Met andere woorden, er is niet op basis van ideële overwegingen voor dat integratie-model gekozen, doch op basis van de subsidiemogelijkheden. Dat alle betrokkenen nadien mee hebben gesproken, betwijfelt spreker. Integratie van functies is meer dan het medegebruik van allen. Als spreker die paar keer, dat hij in de commissie is geweest, goed de mentaliteit heeft geproefd van de partners in het gesprek, dan gelooft hij dat daar de filosofie niet verder kwam dan het mede gebruik van de aula, als die al zo ver kwam. Spreker wil dat best bijsturen. Bij het provinciaal opbouworgaan heeft hij een architect genoemd, die uiteindelijk door de werkgroep is gekozen. Hij hoopt, dat op die manier bijgestuurd kan worden, daar, waar het bij de besluitvorming tot dusverre in de werkgroep is fout gelopen. Ook hier komt de Raad naar zijn gevoelen voor hetzelfde blok te staan, namelijk er is subsidie en durf nu maar eens nee te zeggen. Spreker is gelukkig met de uitspraak van het college, dat een multifunctioneel ge bouw behoort tot de uitrusting van een woonwijk en eigenlijk buiten een investeringsplan zou moeten blijven. Dat is een schone droom, want zolang de rijksoverheid daar niet zo over denkt, is de gehele investeringslast wel voor de gemeente, behalve dan dat subsidie. Ook al komt er een bedrag aan subsidie van 300.000,dan nog is de jaarlijkse last aanzienlijk. Als dat de konsekwentie is in de investering en in de exploitatielast voor de Raad, vindt spreker, dat de Raad er niet aan voorbij kan om -hoe noodzake lijk deze voorziening ook is- deze te plaatsen in het kader van het investe ringsprogramma op middellange termijn. Als gesteld wordt, dat de exploitatie rendabel te maken is, dan is dat een schijn. Dit is alleen mogelijk in verband met grote horeca-inkomsten. Hij wil de plaatselijke horeca wel eens horen als behoorlijke bedragen van hun inkomsten worden afgesnoept en gaan

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1973 | | pagina 191