189
Op de vraag van het lid van Engelen, wat de Raad dan nog kan doen,
antwoordt de Voorzitter, dat de beslissing genomen kan worden, of die
sporthal wel of niet gebouwd zal worden.
Het lid van Engelen zegt, dat op basis van een mondelinge informatie
op een avond toch niet zo maar over een uitgave van 3.000.000,beslist
kan worden.
Het lid Huijssoon zou aan het lid van Engelen willen vragen of hij
twijfelt aan de capaciteit van de technische dienst.
Het lid van Engelen zegt, dat hij in de afgelopen drie jaar al zoveel
heeft meegemaakt, dat hij dat inderdaad doet.
Het lid Siereveld concludeert, dat dan alles ophoudt.
Het lid van Engelen zou aan de overige raadsleden willen vragen of
deze zijn reserves delen, ja dan neen. Doen zij dat niet, dan is dat hun
verantwoordelijkheid en ligt daarmee de zaak duidelijk vast.
Het lid mevrouw Krijnen-Boot stelt, dat het lid van Engelen straks
heeft gesteld, dat hij er een hekel aan heeft om het laatste woord te
hebben. Spreekster gelooft hierin niet. Hij is begonnen -en dat was ook de
essentie van diens vraag- met te stellen, dat de Nederlandse Sport Federatie
niet voldoende aan haar trekken is gekomen. Ten lange laatste draait het er
op uit, dat de Raad niet voldoende aan zijn trekken is gekomen, nu het
andere weerlegd schijnt te kunnen worden. Het lid van Engelen is toch ook
aanwezig geweest in de vergadering, waarin duidelijk is gesteld, dat zo
snel mogelijk een plan op tafel moest komen, wilde men voor subsidie in
aanmerking komen. Hij had zich toen maar meer moeten laten horen en niet
nu achteraf.
Het lid van Engelen zegt, dat toen ook wel degelijk gedaan te hebben.
Met name het lid Biemans zal zich dat nog wel herinneren, omdat wij toen samen
één lijn hebben getrokken, aldus spreker.
De Voorzitter deelt nog mede, dat bij deze gehele aangelegenheid -naast
de heer Romijn van de Nederlandse Sport Federatie- tevens ingeschakeld zijn
geweest de heer de Vries van de Provinciale Griffie en de heer van Slobbe
van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, alsmede de heer Tossing van
de dienst jeugd- en sportzaken van de gemeente Breda. Voorgelegd zijn inder
daad reeds voorgeselecteerde sporthallen, nadat besproken was een programma
van eisen voor de gemeente Zevenbergen in zijn groei en gericht op enige
toekomst. Op dat programma van eisen is door ons -na overleg met genoemde
heren- gekozen voor deze sporthal. Toen wij kennis namen van de kosten van
deze sporthal is nadien bij allerlei firma's geïnformeerd wat diverse sport
hallen op dit programma van eisen bij de firma's zouden gaan kosten. Toen is
gebleken, dat dit bouwtechnisch de goedkoopste was. Van bepaalde sporthallen,
waarvan men zou verwachten, dat deze goedkoper zouden zijn, bleek toen, dat
ze juist duurder waren. Spreker is er van overtuigd, dat de zaak zo zorgvul
dig mogelijk is voorbereid. Een beslissing over het al dan niet bouwen van
deze hal is nog volledig open, waarbij het dekkend krijgen van de exploita
tie nog een hele puzzel zal zijn.
Het lid Schipper vindt het bedrag wel erg hoog om daarop zonder meer
voor die hal te kiezen. Ook hij zou liever een aantal alternatieven hebben
gezien. Hij kan niet geloven, dat de verschillen van de andere plannen onder
ling zo verschrikkelijk hoog zullen zijn.
De Voorzitter antwoordt, dat alles is gelegen in het feit, dat de gemeen
te de sporthal niet zelf kan financieren. Zou de gemeente dat wel kunnen, dan
kon de Raad wel tien hallen ter keuze krijgen. Wil men bouwen via de weg van
subsidie, dan moet er een plan ingediend worden. Formeel zit men dan nog niet
vast aan dat plan, praktisch echter wel. Zou men nu een ander plan willen,
dan moet dat opnieuw voor subsidie worden voorgedragen.