17 Mijnheer de voorzitter, een onderdeel willen wij hier nog apart vermelden en dat is Uw faire houding. Het zal de meeste raadsleden bekend zijn, dat U bij de behandeling van de problemen in het afgelopen jaar en de hiermee gepaard gaande financiële gevolgen, nooit verscholen heeft door te zeggen dat dit de schuld was van het vorige college. Het was voor U zo gemakkelijk geweest om in Uw verdediging het woord erfenis te gebruiken. Wij hebben deze houding altijd bijzonder gewaardeerd. Nu willen wij de beleidsnota 1973 aan de orde stellen, waarbij wij gemaks halve ongeveer Uw volgorde zullen aanhouden. 1) Algemeen Terecht merkt U op dat de nota te weinig gegevens verschaft om te komen tot een doelmatige middellange termijnplanning. Onze fractie is het hier helemaal mee eens, maar Uw argumentatie is erg zwak, omdat U stelt dat de gemeente te weinig gegevens heeft al of niet door de schuld van de overheid. Wij zijn namelijk de mening toegedaan dat een planning altijd te maken is, omdat U over een aantal gegevens beschikt, waarmede een planning is te maken. Door extrapolatie moet men een aantal gegevens kunnen produceren die een planning mogelijk maken. Het getuigt van durf en onderne mingsgeest om van te voren het beleid in al haar aspecten uit te stippelen. Bijsturing of terugkoppeling is altijd mogelijk. Bovendien geeft U hierdoor de raadsleden de broodnodige informatie die zij nodig hebben voor het nemen van verantwoorde beslissingen. Het alleen overhandigen van een wensenpakket heeft weinig zin. Men moet de financiële, economische en sociale kant erbij betrekken om verantwoorde beslissingen te kunnen nemen. In dit verband zouden wij U het bedrijfsleven als voorbeeld willen geven, waar men zelfs een planning durft te maken voor de lange termijn en waar de gegevens een nog groter stochastisch karakter hebben als bij de overheid. Ook voor de woningbouw heeft U toch een prognose gemaakt? Waarom dan niet voor de gehele infra-structuur van onze gemeente in al haar aspecten? Bepaalde toezeggingen heeft U reeds gedaan en wij zien dan ook Uw nota met grote belangstelling tegemoet, waarbij wij U willen verzoeken met voorgaande rekening te houden. 2) Budgettaire en financieringspositie Wij moeten helaas ook constateren dat de budgettaire positie van onze gemeente slecht is. Dit geluid is niet nieuw en ieder jaar bij de behandeling van de be groting is dit argument gebruikt om verhoging van belastingvoorstellen te ver dedigen. Ook is wel eens gesteld dat de belastingen op een bepaald niveau moesten komen om in aanmerking te komen voor een extra-uitkering uit het ge meentefonds. Heeft de gemeente Zevenbergen al eens een extra-uitkering ontvangen? De thans voorgestelde verhogingen zijn bij onze fractie bijzonder hard aange komen, temeer daar de centrale overheid in het kader van de inflatiebestrijding tot uiterste matiging heeft opgeroepen. Een sprekend voorbeeld is het Centraal Accoord tussen werknemers, werkgevers en de centrale overheid. Het moet ons van het hart dat juist de overheidslichamen niet tot matiging be reid zijn. Wij denken hierbij aan de kosten van de brandweer, de bijdrage aan de Keuringsdienst voor Waren (een verhoging van maar liefst 54%)en nog een aan tal andere zaken die wij bij de behandeling van de begroting hebben opgesomd. Tijdens de behandeling van de begroting hebben wij een aantal bezuinigingsvoor stellen gedaan, maar Burgemeester en Wethouders vinden echter alle begrote be dragen juist (met uitzondering van het schoolzwemmen, dat men aan een nader onderzoek wil onderwerpen) om op suggesties van de leden in te gaan. Wij vragen ons toch wel af of op deze manier een positieve bijdrage van de kant van de raadsleden te verwachten is. Voor onze fractie is het niet meer geweest dan een informati emogelijkheid

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1973 | | pagina 17