172 Hij protesteert echter tegen de uitlating van het lid Mevr.Krijnen- Boot, dat wethouder Kamp niet fideel zou meewerken aan de stichting van een dergelijke school. Het lid Mevr.Krijnen-Boot zegt, dat het lid Siereveld haar woorden dan verkeerd heeft begrepen. De Voorzitter antwoordt, dat het college -inclusief spreker zelf- duidelijk voorstander is van openbare aanbestedingen. Om zeer aanwijsbare redenen kan soms een voorstel gedaan worden tot onderhandse aanbesteding. In dit geval is het college geadviseerd om een voorstel tot onderhandse aan besteding te doen, aangezien dit een tijdwinst van 5 k 6 weken zou kunnen betekenen. De opmerking, die is gemaakt over inschakeling van plaatselijke bedrijven, zal zeer bepaald meegenomen worden in de opdracht aan de architect. Uitdrukkelijk wordt gesteld, dat men op dit moment nog geen bepaald aannemersbedrijf op het oog heeft. Het afwijken van de regel van openbare aanbesteding is een zaak van de Raad. Het college zal zich van harte aansluiten bij de uitspraak van de Raad, aldus de Voorzitter. De heer Kamp gaat in op de opmerking van het lid Beljaars over de zesde leerkracht te Langeweg. Dit is afhankelijk van de 35-schaal, waaraan noch de inspektie, noch het ministerie, noch de gemeente wat kan doen. Het lid Beljaars zegt dit wel te begrijpen. Hij heeft daarmee alleen maar willen illustreren, dat de situatie op een aantal andere punten ook lang niet ideaal is. De Voorzitter stelt nog in zijn algemeenheid het volgende. Als het college van harte "ja" zegt op de stichting van een openbare school en op alle mogelijke manieren wil meewerken om de openbare school te doen beant woorden aan de eisen van deze tijd, dan meent spreker, dat dit het punt is, wat eigenlijk de gehele Raad wil. Hij zou/claarom dan'ook jammer vinden, als iedereen op dit moment als het ware als partijen tegenover elkaar zou gaan staan. Het college wenst op korte termijn, optimaal openbaar onderwijs. De heer Schipper suggereert om bijvoorbeeld in een tijdsbestek van 14 dagen het plan van Margry en goedgekeurde plannen, die elders gerealiseerd zijn, naast elkaar te leggen om hierna met de vereniging voor openbaar onderwijs, de heer Margry, het gemeentebestuur en het Informatiecentrum Scholenbouw bij elkaar te gaan zitten om dan te komen tot een afgeronde eindconclusie. Het lid van Engelen is weliswaar gelukkig met dit voorstel, doch wat voorgesteld wordt, had vóór deze vergadering reeds gebeurd moeten zijn. Het college heeft eerder reeds toegezegd, dat die vergelijking getrokken zou worden. Zijn vragen konden niet beantwoord worden, omdat er zo'n diepgaande studie nodig was. Spreker geeft toe, dat het college zich met de beste bedoeling voor de kar van het openbaar onderwijs heeft gezet. Met de aanwij zing van Margry als architect op een tijdstip, dat de zaken niet rond waren, zoals een normale bouwprocedure bij iedere voorbereiding van Iedere school loopt, heeft het college echter een fundamentele fout gemaakt. Spreker wil hier niet zelf de deskundige uithangen, doch hij heeft de stukken van een deskundig instituut meegebracht en daaruit heeft hij geciteerd. Als wethou der Kamp een beetje tekening kan lezen, dan kan hij zien, dat de door spreker op tekening meegebrachte scholen wezenlijk anders zijn dan die van Ingenieur Margry. Het is zijns inziens de mentaliteit, waarmee een architect het probleem te lijf gaat en de manier, waarop deze zich inleeft in de paedago- gisch-didaktische problemen van deze tijd. Pas dan krijgt men iets goed.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1973 | | pagina 173