,r.-;:,r.-.i u.v- .i
VlUtf&i".-: n'
J*Ï.O.
H II-:
Vi.K|0
A'^ST-'
.avê:.
a:;
?f,tp s TH0
.9XM!3
\!f' -s - ™.f-^u0Vr
,V. V--1
"onHos sr.
f'iA-c:
cva .y.;v. i-ixxaat» nr.
"Ï-J -J/m I
.A.iV.v
:p^i. '4^®» "r
:9B9". i. 1
1 j :citr:
a? If.:-' .TV'Si'*
.0-:
•J?.- Agf
'- 'k
Bftbg&P frt98Tünorlea>al
;j. 'r- '-*v
'j sjj
168
Getracht zal dan ook moeten worden om de bevolking daarbij in zo
groot mogelijke mate te recruteren.
De Voorzitter antwoordt, dat op zeer korte termijn een nota openheid
en inspraak ten aanzien van de ruimtelijke ordening tegemoet gezien kan
worden.
Het lid Schipper wil nog wat dieper ingaan op de laatste opmerking van
het lid Mevr.Krijnen-Boot.
Op 8 januari 1974 zal het plan Hazeldonk ter vaststelling worden aange
boden. Spreker zou hiertoe eerst willen overgaan, nadat een normale inspraak
procedure is gevolgd.
De Voorzitter stelt, dat dit ook in de bedoeling ligt. Hij zou graag
een misverstand uit de weg willen ruimen, dat hierover blijkbaar is ontstaan
in de laatste raadsvergadering. Er valt namelijk op 8 januari te dien aanzien
geen beslissing. Het is de bedoeling om de Raad te informeren over datgene,
waarmee de hearings ingegaan wordt. Pas na de hearings zullen er besluiten
genomen worden.
Het lid Schipper zegt verder, dat in het verslag van de commissie
onderwijs en welzijnszorg (punt 8) sprake is van een verhoogde subsidie aan
de Provinciale Bibliotheek Centrale. Dit punt komt hij op de raadsagenda
niet tegen.
Wethouder Kamp antwoordt, dat dat tot uitdrukking komt in de begrotings
wijzigingen.
Het lid van Engelen stelt, van de ene kant blij te zijn, dat het college
de stukken onder H en I wil prae-adviseren, doch anderzijds zou enige voort
varendheid toch wel op zijn plaats zijn geweest. De brief van de Partij van
de Arbeid was van vó<5r de vorige raadsvergadering en zijn brief van zeer
kort na die vergadering. Daarom had ook vanavond een prae-advies op die
stukken gegeven kunnen worden.
Het verheugt spreker overigens zeer, dat de mededeling van de Voorzitter
over de bedoeling van de raadsvergadering van 8 januari 1974 op een misver
stand berust.
Hierna wordt het spoedshalve aan de agenda toegevoegde punt K behandeld.
Het lid van Engelen opent de rij sprekers met te stellen, dat hij het
onderdeel van zijn schriftelijke vragen inzake het openbaar onderwijs nu niet
kan laten passeren, ook al komt dit dan later nog aan de orde. Daarvoor is
de zaak te veel met elkaar verbonden. Spreker meent te moeten beginnen met
het aspect inspraak en met name inspraak van de zijde van ouders van leerlin
gen met betrekking tot de keuze van het leerplan en met betrekking tot de
bouwwijze van de school. Er is een duidelijk verschil tussen de letter en de
geest van de wet. Er is echter een nog duidelijker verschil in de intussen
veranderde inzichten in onderwijskringen en de wetgeving, die daarbij zeer
duidelijk achterloopt. Het zou niet getuigen van een vooruitstrevend beleid,
indien het college zich zou verbergen achter een verouderde wetgeving.
Iedereen erkent tegenwoordig de inspraak van de zijde van bestuurders. Dat
geldt heel in het bijzonder voor de ouders van kinderen, wanneer deze een
deel van hun opvoedingsplicht afstaan aan de onderwijzers in scholen. De keuze
van het leerplan is niét een zaak van burgemeester en wethouders. Dit college
bevestigt alleen maar, wat het hoofd der school met zijn onderwijzers heeft
uitgekozen. In dit geval verkeert men hier in de situatie, dat er nog geen
openbare school is, waardoor de schakel hoofd der school en oudercommissie
nog niet werkt. Daarom is er van de zijde van het college een bijzondere mate
van bereidheid nodig om de ouders van kinderen in te schakelen bij de keuze
van het leerplan. Spreker heeft met de aanhaling in zijn vraag "over de keuze
van het leerplan en het aantrekken van een hoofd der school" dan ook niets
anders bedoeld.