158 Het lid van Engelen reageert hierop door te zeggen, dat de Raad na de toezegging van het college geen partij meer is. De bevolking is de eerst aangewezen partij, voordat de Raad nu iets kan gaan doen. De Voorzitter antwoordt, dat altijd eerst naar de Raad gegaan wordt, voordat men de bevolking inschakelt. Daarna komt men weer terug bij de Raad. Het lid van Engelen repliceert, dat zojuist is gezegd, dat het een normale vergadering met normale besluitvorming zal worden. De door de Voor zitter genoemde procedure heeft dan geen zin meer. De bevolking staat dan buiten spel. Het lid Beljaars zegt tegen de samenstelling van de commissies geen enkel bezwaar te hebben. Ten aanzien van het afdelingsonderzoek vraagt hij of het de bedoeling is, dat het afdelingsonderzoek zich niet alleen richt tot detailpunten en toelichting, maar ook tot een discussie en een vragen- stellerij vanuit de afdeling via een rapporteur aan het college, waardoor men bij de algemene behandeling van de begroting de gelegenheid krijgt tijdig een antwoord te krijgen. Het vorig jaar werd bij een aantal detail punten gezegd, dat men die bij de algemene beschouwingen naar voren moest brengen. Toen de algemene beschouwingen waren geweest en daarop antwoord was gegeven, kregen de raadsleden niet eens meer de gelegenheid om op bepaalde punten te beraadslagen. Daar was eenvoudig geen ruimte meer voor. Hij gelooft niet, dat dit een juiste manier is om in goede hoor en wederhoor tot een verantwoorde behandeling van de begroting te komen. De Voorzitter antwoordt, dat het de bedoeling is, dat de Raad de begroting en daarmede het beleid -voorzover men dat in de afdelingen al aan de orde wil stellen- dat ook doet. De leden moeten zelf bepalen, wat men al in de afdelingen aan de orde wil stellen en wat men wil bewaren tot de algemene beschouwingen. Spreker ontdekt wel, dat de termijn tussen 15 en 22 januari erg kort is. Het lid Huijssoon valt het lid Beljaars bij met te zeggen, dat de behandeling door de Raad op 29 januari eigenlijk het antwoord is van het college, waarop de Raad dan onmiddellijk moet inhaken. Hierbij zit dan voor de Raad geen enkele ruimte voor overleg naar aanleiding van de diverse antwoorden De Voorzitter stelt, dat dit toch wel de gebruikelijke methode is. Het lid Mevrouw Krijnen-Boot zegt, dat dit dan wel de gebruikelijke methode is, doch het college bedeelt zich hierbij dan wel de gemakkelijkste rol toe. Verder merkt spreekster op, dat het college aan het eind van het stuk zijn spijt betuigt, dat de concepten niet eerder gereed konden zijn, terwijl dit toch was toegezegd. Zij vraagt zich af wat voor zin een toezegging heeft, als men vooraf weet dat men zich hieraan niet kan houden. De Voorzitter antwoordt, dat men op het moment, dat een toezegging wordt gedaan, de overtuiging heeft, dat men die ook kan nakomen. In de loop van het jaar is er bij de betrokken afdeling van alles tussengekomen. Met name denkt hij aan veel spoedeisende werkzaamheden met betrekking tot het plan Krooswijk en de ombouw van de wijkverwarming. Als gevolg daarvan heeft het college een maand respijt moeten nemen. Hierna wordt met betrekking tot de ingekomen stukken en mededelingen zonder hoofdelijke stemming besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1973 | | pagina 159