138
Wat de opmerking over verruiming van de belastingmogelijkheden betreft,
antwoordt de voorzitter, dat de nieuwe wet voor de meeste gemeenten duidelijk
wel een verruiming inhoudt. Er zijn slechts enkele gemeenten, die om aanwijs
bare redenen in die wet geen verruiming kunnen vinden. Spreker is het eens
met de opmerking, dat eerder en juister met deze belasting, dan met een
baatbelasting de waardestijging van panden moet worden opgevangen. Voor wat
de technische opmerkingen betreft, daarvoor geeft de voorzitter het woord aan
de secretaris.
Met betrekking tot de opmerking van het lid van Engelen, dat de belast
bare huurwaarde ingevolge de grondbelasting een achterhaalde zaak lijkt,
antwoordt de secretaris, dat het inderdaad die indruk wekt, omdat men
taxeert op basis van de jaren 1892 - 1896. Nu is het wel zo, dat -wanneer men
alle panden op diezelfde basis gaat waarderen- de onderlinge verhouding van
die waarden niet zo sterk behoeft af te wijken van een basis, die later
gelegd zou worden. ïïit de steekproeven, die zijn weergegeven op bijlage 1
bij het voorstel, komt het bij ons over, dat dit voor een eerste aanpak
verantwoord is. Iets anders is, dat men alleen -om op tijd de eerste aanslag
de deur uit te kunnen hebben- deze methode kiest, terwijl er uiteraard
rechtvaardiger aangeslagen kan worden als men het taxatiesysteem kiest. Dit
zal nog al wat tijd met zich brengen. Men zou nu al met de verordening
kunnen gaan werken met de gedachte de zaak via het taxatiesysteem recht te
trekken.
Het lid Schipper plaatst juist bij de bijgevoegde steekproeven grote
vraagtekens.
Het lid van Engelen dient een voorstel van orde in om het voorstel te
verdagen naar de volgende raadsvergadering.
De voorzitter constateert, dat dit voorstel in voldoende mate wordt
gesteund.
Door de secretaris wordt op verzoek nog even ingegaan op de vraag van
het lid Mevr.Krijnen-Boothoe de lastenverdeling eigenaar/verhuurder en
eigenaar/gebruiker zal komen te liggen. In het voorstel staat, dat via deze
onroerend goed belasting inderdaad meer gebruikers belast zullen gaan worden
dan vroeger bij de personele belasting het geval was. Dit houdt verband met
het feit, dat vroeger alleen de woningen via de personele belasting getroffen
werden met betrekking tot de gebruikers. Nu worden alle gebruikers van panden
belast. Dit houdt in, dat bij eenzelfde opbrengst, waarbij meer belasting
plichtigen worden betrokken, het bedrag voor de belastingplichtigen op grond
van de personele belasting gemiddeld genomen lager zal zijn dan deze nu
betaalden.
Mevr.Krijnen-Boot sluit de mogelijkheid niet uit, dat de zwakkere
groepen dan meer moeten gaan betalen.
Dit wordt door de secretaris tegengesproken op grond van de zo juist
gegeven argumentatie. Er worden juist meer bedrijfsgebouwen in de belasting
betrokken.
De voorzitter concludeert, dat in algemene zin is uitgesproken om dit
voorstel van de agenda af te voeren en het de volgende vergadering weer op
de agenda te plaatsen.
11. Voorstel tot wijziging van de begrotingen
1973.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.