137 In nieuwe bestemmingsplannen betaalt men bij aankoop van grond via de opslag grote werken mee aan de infrastructurele maatregelen in de gemeente. In andere gedeelten van de gemeente profiteert men wel van deze infrastruc tuur, want naarmate het vestigingsklimaat door de infrastructuur stijgt, gaat hiermede ook de economische waarde van de panden omhoog; Daarvoor dient zijns inziens de overheid een mechanisme te hebben om deze mensen op recht vaardigheidsgronden te belasten. Deze belasting op onroerend goed biedt hiertoe de mogelijkheid. Spreker gelooft overigens, dat de grondslag, die wordt gekozen -niet de grondslag economische waarde, maar de daar weer onder liggende grondslag van de opbrengst volgens de kadastrale leggers- een wat achterhaalde zaak is. Als gesteld wordt, dat op dit moment hierop alleen is geprikt om een uitgangspunt te hebben, omdat er formeel cijfers in de ver ordening moeten staan in verband met de koninklijke goedkeuring, dan kan spreker akkoord zijn, als dan maar gelijktijdig wordt gezegd, dat tussen nu en het vaststellen van de aanslagen die herwaardering zal worden gepleegd. Afgeleid kan hij dit uit het voorstel halen, alhoewel dit er niet direct uit valt op te maken. Spreker zegt tot slot, dat hij zijn inhoudelijke bemerkingen vanavond liever niet ter discussie wil stellen en het hem alleen om de opmerkingen van procedurele aard gaat. Sprekende namens zijn fractie merkt het lid Schipper op, dat de tijd van voorbereiding veel te kort is geweest. Hij stelt voor de behan-deling uit te stellen. Het lid Mevr.Krijnen-Boot stelt, dat het voor haar duidelijk is, dat een vermakelijkheidsbelasting en een personele belasting niet meer passen in deze tijd, zodat er een wijziging van het belastingbestel zou moeten plaats vinden. Logisch is het voor haar, dat dit geschiedt via bronnen, die de ge meente ex de gemeentewet zijn toebedacht. Wel behoeft haars inziens deze nieuwe belastingvorm geen extra lastenverzwaring voor de bevolking in te houden. Zij vraagt zich echter af hoe de lastenverdeling komt te liggen. In het voorstel wordt gesteld, dat de belastingplichtigen in de gebruikssektor uitgebreid zullen worden. Welke gevolgen heeft dit voor de huurder, die nu waarschijnlijk ook al de straatbelasting betaalt voor de huisbaas via de huur. Deze huur zal toch niet verlaagd worden. Welke gevolgen heeft deze belasting verder voor de eigenaar, die tevens bewoner van een huis is, wiens situatie duid/mel!k 3nders is dan die van een verhuurder. Deze laatste heeft alleen maar/de 15# als eigenaar te doen, de eigenaar/bewoner echter met de 15# als eigenaar en de 12# als gebruiker, dus 27#. Het voorstel geeft spreekster hierop onvoldoende antwoord. Zij deelt de mening van de vorige sprekers, dat de tijd bovendien te kort is geweest om de zaak grondig te kunnen bestuderen, zodat ook zij vanavond niet tot een beslissing zal komen. De voorzitter antwoordt, dat het college geen overwegend bezwaar heeft tegen behandeling van het voorstel in een volgende vergadering, alhoewel be twijfeld wordt, dat men dan tot een andere conclusie zal komen. Als de behandeling in de oktobervergadering zal plaats vinden, zou het voor wat de ingangsdatum betreft, nog net kunnen. Het college is duidelijk geen voorstan der van aanhouden, aldus spreker. Hiermede zou ook het bezwaar van alle sprekers zijn ondervangen, dat men te weinig kans heeft gezien het stuk naar behoren te bestuderen. Het voorstel zodanig opschuiven, dat de kiezers nog een kans krijgen hierbij betrokken te worden, zou een opschorting van ruim een jaar betekenen. De gekozenen .van het volgend jaar zouden zich dan toch weer in de materie moeten verdiepen, zonder de garantie, dat het dan beter zou gebeuren, dan dat het nu gebeurt. Overigens vindt spreker het nooit een fraai geluid om zaken op te schuiven naar een volgende Raad. De huidige Raad is gekozen voor vier jaar en gedurende vier jaar moet die Raad de verantwoorde lijkheid dragen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1973 | | pagina 138